met het essay van Ernst van Alphen ‘Affecten’ ondertitel ‘Bacon via Deleuze en Deleuze via Bacon’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Ze laten figuren zien die in hun beroering verwond raken,en door dat te doen brengen ze in de toeschouwer een affectieve transformatie teweeg die eveneens begrepen kan worden in termen van verwonding. Bacons bewerking van clichés,of wat Deleuze in andere contexten zijn abstractie of zijn stotteren zou noemen,maakt de uitgebeelde ruimte die we te zien krijgen tot iets dat onvoorspelbaar,grimmig en dreigend is. Deze grimmige realiteit die ons raakt is in veel opzichten onmenselijk,want de menselijke ervaring niet vertrouwd. Binnen deze realiteit kunnen tot nu toe onbekende ervaringen tot stand komen. De Franse schrijver Michel Leiris heeft deze onbekende en grimmige realiteit als volgt omschreven: ‘Deze beelden[…]die bestaan uit ruimtes die gevuld zijn met pure en levende aanwezigheid,die verwijzen naar niets anders dan zichzelf,en juist daarom doordrongen zijn van de afwezigheid van betekenis,in andere woorden,van nonsense,deze beelden lijken in hun duizelingwekkende naaktheid van het moment[…]beelden te zijn die de waanzinnigheid vastleggen van onze situatie in de wereld als kwetsbare wezens die meer dan andere levende wezens in staat zijn tot fantastische en zinloze extases’ (Leiris 1983: 45, vert. auteur). De spiegel en de lamp Een dergelijke karakterisering van processen die in gang worden gezet door Bacons werk betreft allereerst de toeschouwer en de manier waarop hij of zij geraakt wordt door Bacons beelden.'(bladzijde 37) Wordt vervolgd. Nu weer een citaat uit verhalen en scènes van daniil charms’ verzamelde werk ‘ik zat op het dak’. ‘De schilder en het horloge De schilder Serov liep naar de Obvodnygracht. Waarom liep hij daarheen? Om rubber te kopen. Wat moest hij met rubber? Om een elastiekje te maken. En wat moest hij met een elastiekje? Het uitrekken. Ja,en verder? verder dit:het horloge van schilder Serov is kapot. Het liep goed,dat horloge,en toen pakte hij het en het was kapot. En wat verder nog? Verder niets. Helemaal niets! En steek die gore neus van je niet in zaken die je niet aangaan! Heremijntijd! Er was eens een oud vrouwtje. Ze leefde een hele tijd,en toen verbrandde ze in de oven. haar verdiende loon! Dat vond Serov,de schilder tenminste… Ach! Ik zou nog meer kunnen schrijven,maar de inktpot is ineens verdwenen. 22 oktober 1938’ (bladzijde 177) Wordt vervolgd.