met het essay van Jael Kraut ‘Een stuk stilte’ ondertitel ‘Een filosofische analyse van John Cage’ ideeën over muziek’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Maar zegt Adorno: […]daar hebben de nieuwste muzikale strevingen niets mee te maken. Daarin is […] zinloosheid het programma:in plaats van subjectieve intenties krijgt het Zijn zelf klank. Maar dergelijke muziek is door de abstractieprocessen waar ze uit voortkomt verre van oorspronkelijk,zelfs eerder uiterst subjectief en historisch. Als deze muziek niet de stem van het Zijn is,wat is dan de bestaansgrond ervan? Haar ordeningsschema vervangt haar bestaansgrond,de organisatie van de middelen vervangt het doel. Door de atomistische indeling van de elementen verdwijnt de muzikale samenhang zonder welke er niet meer van muziek gesproken kan worden. De rigide cultus eindigt in een godsdienst (Adorno 1990:157, vert. auteur). En hoewel Cage een tegenreactie voorstaat,vertoont zijn ’terugtrekken’ volgens Adorno onbewust overeenkomsten met de berekenende manipulaties van de serialistische compositiemethode. Ook in het serialisme trekt de componist zich namelijk terug;deze zoekt,althans in zijn extreemste vorm,de volledige rationalisatie van alle muzikale elementen,zoals de toonhoogte,de intervallen en de dynamiek,door deze met behulp van berekeningen (door bijvoorbeeld een computer) te ordenen. Indien je ‘muziek’ laat ontstaan uit pure berekeningen,dan heeft de componist zich ook teruggetrokken. Er kan dan immers geen sprake meer zijn van expressie.'(bladzijde 185) Wordt vervolgd. En nu weer een gedicht van Herman Gorter uit de bundel ‘De School der Poëzie’. ‘II//Moêduinen groenflakkerend,witlicht,zwaarzandduinen,/waaizee helm,stille tuinen/van zachte helm in beweging,zachte helm stil zachtwaaiig in zomerbeweeg,/hè,de gaande wind over de duintoppen in het vol leeg/der onderdewolke lucht,/de over den grond daar ver stromp’lende lucht.'(bladzijde 95) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.