met het essay van Jael Kraut ‘Een stuk stilte’ ondertitel ‘Een filosofische analyse van John Cage’ ideeën over muziek’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Nieuw luisteren,nieuw gebed Een laatste kwestie betreft Cage’ rol van de avant-gardekunstnaar. In zekere zin maakt zijn weerstand tegen alles wat traditioneel onder muziek wordt verstaan hem tot een typische twintigste-eeuwse avant-gardekunstenaar. Andere avant-gardekunststromingen zoals dada,surrealisme,kubisme,De Stijl,het constructivisme,de Internationale Lettristen kenmerken zich allemaal door het feit dat ze,net zoals Cage,methodes en technieken zoeken die moeten leiden tot kunst die buiten het traditionele gebied van de kunst valt.Grofweg kun je deze stromingen in twee groepen verdelen. De eerste zoekt technieken die voorbijgaan aan de traditionele,met het doel de kunst opnieuw uit te vinden. Alles wat voorheen buiten de kunst viel,kan nu gebruikt worden om kunst van te maken of zelf kunst te worden. De tweede groep streeft naar de vernietiging van kunst door de paradoxale creatie van antikunst waarin willekeur en toeval (van buiten de kunst opererende machten die hun effect hebben binnen de kunst)bepalen hoe de kunst eruit zal zien. Deze laatste groep vindt – in ieder geval aanvankelijk – zijn redenen en motivaties in de politieke situatie van de twintigste eeuw. Een van de belangrijkste theoretici van de antikunst is Guy Debord. In 1952 maakt hij de film ‘Hurlements en faveur de Sade’ waarin de laatste vierentwintig minuten stilte staan voor de ‘noodzakelijke stilte van iedere kunstzinnige uitdrukking’ in een wereld waarin ‘we gevangen zijn in verhoudingen die de noodzakelijke ontwikkeling van de productiekrachten tegenspreken,ook in de sfeer van de cultuur'(Debord 1958, vert. auteur).’ (bladzijde 190-191) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht gemaakt in de voorbereiding naar het kleine ‘kunst’festival zoals terecht werd opgemerkt in De Texelse Courant ‘Het circus van de geest;Is dit het schilderij?’ ‘Dit is een kleine kamer/Dit was het huisraad voor een lange lege gang/Dit is een vitrine voor verdwenen erfgoed/Dit is de huid die zich haar schaafwonden herinnert/Dit is een klein archief zo zwijgzaam dat kijken letter voor letter adem kost.’ Wordt vervolgd.