met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘ De rij vrouwelijke lichamen – en hoofden! – is als een freudiaans schema van id,ego en superego. Als Picasso zich geroepen had gevoeld te reageren op de kritiek dat de vrouwen er in het echt niet zo uitzien als op het schilderij,had hij kunnen zeggen dat hij niet geïnteresseerd was in schijn maar in de werkelijkheid. Het afrikaneske paar is wild,trots en agressief. Het middelste paar bestaat uit verleidelijke,gewillige hoeren. En van links komt een Parijs meisje met regelmatige trekken het toneel op. Vanuit het perspectief van de traditionele schilderkunst is er een stilistische incoherentie. Die incoherentie tussen de drie soorten vrouwen had Picasso nodig om drie psychologische lagen of drie fases in de fysieke evolutie van vrouwen te kunnen voorstellen. Zowel de psychologische als de evolutionaire triade heeft het bordeel als achtergrond. Het goede antwoord op de vraag waar het schilderij over gaat luidt waarschijnlijk:vrouwen,zoals Picasso vindt dat ze echt zijn. Ze zijn bestemd voor seks. Picasso’s kunst is een strijd tegen schijn en dus tegen de voortschrijdende geschiedenis van de kunst. De ‘demoiselles’ zijn op een nieuwe manier geschilderd om de waarheid over vrouwen zoals Picasso die zag,aan het licht te brengen. Er heerste nog een revolutionaire stemming,in de ‘Salon D’Automne’ van 1905.gehouden in het Grand Palais in Parijs. Een van de galeries wekte in het bijzonder vijandelijkheid,zozeer zelfs dat Picasso weigerde zijn meesterwerk aan het publiek tentoon te stellen.’ (bladzijde 20-21) Wordt vervolgd. En nu weer het vervolg op het verhaaltje ‘Het genie’ van Robert Walser uit de bundel ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’. ‘Hij laat het sneeuwen,en wel zo hevig en zo lang dat de wereld in een mum van tijd onder de sneeuw bedolven ligt. Hij,het genie,ligt op de hard bevroren sneeuwkorst,er bovenop,en hij heeft en koestert het niet onaangename gevoel dat er onder hem een hele wereld bedolven ligt. Hij zegt bij zichzelf dat het een wereld vol deprimerende herinneringen is. Dit blijft hij net zolang zeggen tot hij eindelijk merkt dat hij weer vreselijk verlangt naar zowel goed aards voedsel (zoals bijvoorbeeld het eten in Hotel Continental) als naar slechte behandeling door mensen.’ (bladzijde 11) Wordt vervolgd.