met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Maar beweging,en vooral snelheid,was het voornaamste kenmerk van het futurisme,vandaar dat de sterk dogmatische kubisten de grenzen van hun beweging zo fanatiek bewaakten. In Amerika waren de critici verrukt over de overlappende vlakken,die geestig werden beschreven als ‘een explosie in een grindfabriek’. Samen met ‘Mademoiselle Pogany’ van Brancusi schonk het werk Amerika zijn eerste glimp van het modernisme. Het Amerikaanse gelach was misschien schertsend,maar toch heel anders dan het Franse,dat zo’n belangrijk wapen tegen artistieke vernieuwing was. Er zijn na het kubisme en het fauvisme in de loop der jaren veel kunstbewegingen geweest,ieder met een specifieke stijl en vaak met een manifest van de sociale en politieke vrijheden die door de beweging werden bepleit. Zo steunde het futurisme met beelden en architectuur het fascisme,en roemde net sociaal-realisme natuurlijk arbeid,zowel in de fabriek als op het land,zoals uitgebeeld door de hamer en de sikkel,alhoewel er in Rusland ook stemmen opgingen ter ondersteuning van het kubo-futurisme als de toekomst van de kunst. Het Alberti-criterium was niet langer wat kunst was,maar gewoon een beweging geworden zoals alle andere en werd nu het realisme genoemd,dat kon bogen op meesters als Edward Hopper,die bij het Whitney Museum postte omdat hij vond dat de curators daar bevooroordeeld waren ten gunste van de abstracte kunst. In de jaren dertig waren er in New York veel communistische of in ieder geval marxistische kunstenaars wier werk Gorky bestempelde als ‘arme schilderkunst voor arme mensen’.'(bladzijde 32-33) Wordt vervolgd. Nu weer een verhaal van Robert Walser uit de bundel ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’.Titel ‘De schrijver(I). ‘De schrijver bezit in de regel twee kostuums,een voor op straat en om bezoek af te leggen en een voor het werk. Hij is een fatsoenlijk man;het zitten aan de krappe schrijftafel heeft hem bescheiden gemaakt,hij ziet af van de vrolijke geneugten van het leven,en wanneer hij van welk nuttig uitstapje dan ook thuis komt,dan trekt hij zijn goede pak snel van zijn lijf,hangt broek en jas zoals het hoort keurig in de klerenkast,schiet zijn werkhemd en huisschoenen aan,gaat naar de keuken,zet thee en begint aan zijn trouwe arbeid.'(bladzijde 18) Wordt vervolgd.