met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Het zijn geen,zoals Arensberg het noemde,esthetische bijdragen. Het op zijn rug draaien zorgde ervoor dat ‘de bruikbare betekenis ervan verdween’. Andy Warhols bijdrage aan de definitie van kunst bestond niet uit een tekst,maar uit een opmerkelijke hoeveelheid sculpturen,die zijn eerste project vormden toen hij in 1963 de Silver Factory in bezit kreeg en het daaropvolgende voorjaar te zien waren in de Stable Gallery in 74th Street,waar nu de ingang van het Whitney Museum of Art zit. De ‘Brillo Box’ werd een soort filosofische Steen van Rosetta,omdat het ons in staat stelde met twee verschillende talen om te gaan – de taal van de kunst en de taal van de werkelijkheid. De gedeeltelijke definitie van kunst die ik in ‘The Transfiguration of the Commonplace’ ontwikkelde,was het resultaat van beschouwingen over de vragen die door dit opmerkelijke object waren opgeworpen. De belangrijkste esthetici in Amerika in de tijd voorafgaand aan wat we het best de ‘Age of Warhol’ kunnen noemen werden sterk beïnvloed door een beroemde analyse in Ludwig Wittgensteins ‘Filosofische onderzoekingen’,waarin hij een betoog houdt dat een krachtige aanval lijkt op de zoektocht naar filosofische definities,hetgeen in zeker opzicht Socrates’ bijdrage aan de filosofie was,zoals die tenminste wordt neergezet in de dialogen van Plato. Daarin is Socrates meestal in discussie met een groepje Atheners. Ze bespreken rechtvaardigheid,kennis moed en andere begrippen die iedereen in hun cultuur min of meer wist te gebruiken,zoals kunst – alhoewel Grieken geen woord hadden voor kunst.'(bladzijde 45-46) Wordt vervolgd. Nu weer het vervolg van het verhaal ‘Aschinger’ van Robert Walser uit de bundel ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’. ‘Ik heb intussen tijd gevonden mij van een nieuw pilsje te voorzien. De deftige vrouw geneert zich er een beetje voor in de kaviaarlekkernij te bijten,ik beeld me natuurlijk onmiddellijk in dat ik het ben en niemand anders door wie zij haar lust om toe te happen niet zo helemaal volledig onder controle heeft. Je vergist je zo gauw en zo graag. Buiten op het plein heerst een lawaai dat je eigenlijk helemaal niet hoort,een wirwar van rijtuigen,mensen,auto’s,krantenverkopers,trams,handkarren en fietsen,die je eigenlijk ook helemaal niet eens ziet. Het is bijna ongepast te denken dat je het zou willen horen en zien,je komt toch niet van buiten de stad. De elegant gewelfde taille die zonet nog aan wat brood geknabbeld had,verlaat nu Aschinger. Hoe lang ben ik eigenlijk van plan hier nog te blijven? De jongens van het bier hebben momenteel een beetje rust,maar niet lang,want het perst zich weer van buiten naar binnen en stort zich dorstig op de bruisende tap.'(bladzijde 24) Wordt vervolgd. Ik citeer uit beide boeken omdat het onderdeel is van het project ‘Ondertiteling – hommages aan mijn literaire helden of heldinnen’. Bijna elke dag werk ik aan een hommage. Walser is af. Ik zit even in een tussenfase;wie neem ik nu? Heb ik hem of haar te pakken in een juist beeld. Dat zijn de vragen. Ik maak een soort ‘Kaften van Alles’ ook een goede titel voor de leesproject,want dat is het natuurlijk ook. Lezen in beeld brengen.