met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Ineens realiseerde ik me dat Manet heeft geprobeerd de gebeurtenis af te beelden zoals die er op een foto zou hebben uitgezien. Hij heeft precies het moment geschilderd waarop de musketten werden afgevuurd – er komt vuur uit de lopen – en een van de slachtoffers die tegelijk met Maximiliaan werd geëxecuteerd dodelijk gewond op de grond valt. Fotografie was nog niet in staat om gebeurtenissen vast te leggen die zich zo snel afspeelden – de Leica werd pas in de volgende eeuw uitgevonden. De film was te traag en de belichtingstijd te lang. Maar sommige dingen die typisch zijn voor de foto komen terug in de manier waarop het schilderij is ingedeeld. In zijn briljante essay ‘Abstract and Representational’ – een schets van de geschiedenis van wat hij modernisme noemde – schreef de criticus Clement Greenberg in 1954: Van Giotto tot Courbet was de eerste taak van de schilder het inkrimpen van een illusie van de driedimensionale ruimte. Deze illusie werd voorgesteld als een soort toneel dat werd opgeluisterd door een visuele gebeurtenis en het oppervlak van het schilderij als het venster waardoor je uitkeek op het toneel. Maar Manet begon het achterdoek van het toneel naar voren te halen,en degenen die na hem kwamen bleven het steeds verder naar voren trekken tot het tegenwoordig helemaal tegen het venster aan zit geplakt en het toneel verbergt. Het enige waar de schilder nu nog mee kan werken is,bij wijze van spreken,een min of meer ondoorzichtige vensterruit.'(bladzijde 137) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘HETZELFDE ANDERS///In het vruchtvlees van het vergeten/rust de pit van de herinnering/een harde kern die eenmaal zelf/op het dode punt in aarde teruggevallen/ongeweten al het vergetene naar/boven roept totdat opnieuw/wortel geschoten,tak vertakt/het blad zich aarzelend openvouwt/waarop hetzelfde anders staat geschreven.'(bladzijde 237) Wordt vervolgd.