met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Wat mij interesseert is de vraag wat de impact zal zijn als de vermeende vroegere rol van de esthetica inderdaad in ere wordt hersteld. Onder esthetica versta ik:hoe dingen eruitzien,en waarom je liever hebt dat ze er dus dan zo uitzien. Een leuk voorbeeld. Ik was voorzitter van de American Society for Aesthetics toen die in 1992 haar vijftigjarige jubileum vierde,en ik bood aan om de kunstenaar Saul Steinberg,een vriend van me,over te halen een poster te ontwerpen voor deze gelegenheid. Saul ging akkoord,als hij maar niet te hard hoefde te werken. Hij wist niet precies wat esthetica was,maar in plaats van het uit te leggen,liet ik de staf van de ‘Journal of AEsthetics and Art Criticism’ hem een paar nummers toesturen,om hem een indruk te geven van de dingen waar esthetici over nadenken. Dat was veel gevraagd van iemand die niet heel hard wilde werken,maar uiteindelijk was hij (typisch Saul!) veel meer gefascineerd door de diftong AE op de voorkant van het tijdschrift dan door wat erin stond – als hij die nummers überhaupt heeft ingekeken (er zijn grenzen aan vriendschap). Op een dag belde hij om te zeggen dat hij eruit was,en als estheticus moet ik toegeven dat hij dichter bij de kern van de zaak was gekomen dan iemand die alleen met woorden werkt ooit had gekund. Hij gebruikte een tekening die hij ooit voor de kunstenaar Jim Dine had gemaakt,van een landschap met een huis en een grote blokvormige E ernaast – zo een die boven aan de letterkaart van een opticien staat.'(bladzijde 170-171) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Sybren Polet uit Geboorte-Stad. ‘EEN MINUUT STILTE (1955)//1//De stad/rilt/onder zijn asfalt.//Ik steek al je lampen aan bij daglicht/om naar de stilte te luisteren.//Oorsuizingen van asters/narcissen/bloemen voor mijn broer -//Ik heb een voor een mijn bloemen gedoofd/om naar je oren te luisteren. – Luister maar://je leeft,//zo zachtjes als de duif die men kan horen koeren op het Weteringcircuit,/de éne voet die schuifelt,/de éne nek/die zich omdraait//en knarst. 2 Stilte://een ontplofte hond. 3 Het licht herneemt zijn snelheid,/kreunend,/een sekonde trager misschien.//Er is te weinig tijd om te sterven./Wij hebben teveel dood om te leven.//10 jaar lang/was ik zo hard/als een politieke steen;//nu draag ik alleen nog je herinnering/als een versteende tweeling/in een rugplooi.//O,ik voel je wel,/maar als een donker reptiel.//Ik kuch je weg,/maar de zon is een hypochonder. 4 Ik wil een huis/met 3 kamers/zonder doden,/een lamp zonder doden.//Geen week gaat voorbij zonder oorlog/Geen dagdroom of hij draagt een groen uniform./Onder mijn oude huid van woorden ben ik nog steeds bang.//Ik wil een huis zonder doden/een lamp zonder doden/Ik,vreemdeling in eigen lichaam.//Ik wil geen zwarte magie/Ik wil geen witte magie//Ik wil een lamp zonder doden/een huis als een bed zonder dode.//Mijn god,ik ben ongeduldig van doden'(bladzijde 19-22) Wordt vervolgd.