met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Maar de premisse van de conferentie in Londen was dat,om het enigszins paradoxaal te stellen,de esthetica uit de esthetica verdwenen lijkt te zijn. Met andere woorden,volgens de organisatoren van de conferentie hebben esthetici de rol van esthetica in hun analyse van kunst zo marginaal gemaakt dat ze zijn vergeten,of niet hebben opgemerkt,hoe belangrijk esthetica werkelijk is in de kunst en de plaats van kunst in de menselijke ervaring. De oproep voor papers werd gedaan om deze situatie recht te zetten. Het was een verzoek om de esthetica in de kunstfilosofie weer meer aandacht te geven dan recent gebruikelijk was geweest. Hier kom ik in beeld,omdat ik samen met Marcel Duchamp werd aangewezen als tenminste deels verantwoordelijk voor de manier waarop dingen zijn gelopen. Duchamp had inderdaad gezegd dat ‘esthetisch genoegen een gevaar is dat moet worden vermeden’ en een gedeelte van zijn bedoeling met de beroemde readymades uit 1913-17 was om een oeuvre te scheppen waarop esthetische overwegingen niet van toepassing zouden zijn. Duchamp legde dit uit in zijn lezing,die ik al eerder citeerde,in het Museum of Modern Art in New York in 1961:’Ik vind het heel belangrijk te stellen dat mijn keuzes voor deze readymades niet door esthetisch gevoel worden ingegeven. Deze keuze is een reactie van visuele onverschilligheid en tegelijkertijd een totale afwezigheid van goede of slechte smaak […] Een totale gevoelloosheid eigenlijk.’ Als alle kunst readymade zou zijn,zoals Dali zich ooit voorstelde,zou er inderdaad geen – of in ieder geval erg weinig – ruimte voor esthetica zijn.'(bladzijde 178-179) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Sybren Polet uit ‘Gedichten 1998-1948′;’Lady Godiva op scooter’. ‘ONDER INSECTEN/// Misschien schrijf ik je nog eens een brief/als een veer,een gedicht/simpel als een brief.///Maar mijn woorden nu echoën nog/te veel oorlog,mijn woorden zijn te zeer ondervoed/en mijn vreedzaamste denkbeelden hinniken nog te weinig.///Onder mijn hemel gaat geen tor slapen,/hemel:broodboom in een fabriek waaronder ik sliep,/hemel:de andere mieren zijn met hun suiker ingeslapen,/maar ik sta op,mijn luizen laten zich niet melken.///De dag hangt als een dwerg boven de spiegel:/ouderdom:/ een ziekte die men niet kent,/armoede:/ een ziekte waarover men niet spreekt,/hardheid:een erts,dat men verplicht is te delven.///Maar liefste,ik verwarm je onder mijn schilden./En mijn schilden?/ Ze zijn sterk als erts.'(bladzijde 473) Wordt vervolgd.