met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Het loslaten is een val in het diepe. En we hebben geen idee wat we daar aantreffen. De zon of een zwart gat? Het besef van het Totaal,het Al,of juist de dreiging van het Niets? Je overgeven aan dit werk is een sublieme ervaring. Maar toch wezenlijk anders dan de belevenis in pretparken. Meer beschouwelijk,ruimtelijker,meer de mogelijkheid biedend met woorden te onderzoeken wat je ondergaat. Sinds Plato wordt de beeldende kunst wel een gebied genoemd tussen de ideale werkelijkheid en het aardse bestaan. Dat tussengebied is hier vormgegeven in een muurschildering die je doet ervaren wat het betekent je grip op de werkelijkheid los te laten en je de mogelijkheid en tijd biedt daarover te reflecteren.’ Nu het gesprek met Jacco Olivier.Op bladzijde 40 staat een mooie inleidende tekst. ‘Als Jacco Olivier bewust iets wil maken,ontstaat er iets anders dan wanneer hij verf,materiaal en het toeval hun gang laat gaan. Maar wat er ontstaat,is geen toeval.’ Titel van dit essay;’Het toeval neemt een binnenweg naar ’t doel’. ‘Voor een leek die zich niet wil laten bedonderen,lijken de uitspraken die Jacco Olivier over zijn werk doet lastig. Olivier,in het buitenland nog bekender dan in Nederland,zegt geregeld dat hij op zoek is naar toevalligheden. Naar wat er gebeurt als ‘de verf door elkaar druipt’. Ammehoela,kijken wat er gebeurt als verf door elkaar druipt – dat kan ik ook,sterker nog,ik kan niet alleen kijken,ik kan het ook doen. Als die leek vervolgens het atelier van Olivier binnenstapt en stomverbaasd voor een magnifiek schilderijtje ter grootte van nog geen A-viertje komt te staan,ontdekt hij onmiddellijk dat hij a) dit nooit kan, b) dat druipen en druipen verschillende zaken zijn en c) dat er met het toeval van Olivier iets aan de hand is.’ (bladzijde 38-41) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Sybren Polet uit ‘Gedichten 1998-1948’. ‘OP HOOGTE/RAAMLANDSCHAP///I///Al het glas-in-lood is verdwenen./De takken drukken niets uit (zelfs/geen herfst),zijn geen tekens./Er is een boom (misschien),/ of een andere boom.///Enkele vogels van naam/ spelen erin./Lippen & duiven,lokduiven,reflecties./Nergens een witte telefoon./ Verder/de wildernis van de daken,natuur-/lijk en alles veilig achter glas,/of ervoor./// Oorstilte./Er is een zonsondergang op komst.’ (bladzijde 131) Wordt vervolgd.