met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Gaat het je om dat paradijselijk mooie beeld? ‘Ja. En voor mij is het interessant,omdat het tot stand kwam in een wereld vol nieuwe opbouw en afbraak en explosief geweld,en omdat ik na weken filmen plots zoiets moois cadeau krijg.’ De kijker weet dat niet,ziet dat niet. ‘Als ik dergelijke,door mij zelf geregisseerde drukte van beelden bij elkaar breng – de auto’s,de vrouw die zich afdroogt,de piramide – dan voelt de kijker deze magie van de perfecte berg wel. Hij voelt,denk ik,dat hij hier een reis kan maken,dat hij hier een initiatie kan ondergaan,tijdelijk van gedaante kan veranderen.’ Ik kijk terug naar de afscheidingswand,daar,nog geen twee meter verderop. Wat lijkt die wand ver weg,wat is het lang geleden dat ik daarachter stond te schuilen,huiverig deze installatie te betreden. Inmiddels ben ik het universum van Gartz ingezogen,en nog niet eens heel diep,want ik heb slechts drie,vier onderdelen bekeken. Nog geen oog gehad voor driekwart van wat op de grond ligt uitgestald,niet voor de iconisch aandoende portretten van filmsterren die ook in de videoloop verwerkt zitten en prachtig in de ramen van De Ketelfactory passen,sterker nog,die de ronding van de ramen zo accentueren,dat de ruimte iets van een katholieke kerk krijgt. Wat betekent de rust die je als kijker ervaart op het moment dat zo’n gezicht,zo’n icoon verschijnt? Ben ik nu even niet meer op reis,maar kom ik juist thuis? In 2014 stond de Boekenweek in het teken van reizen. Opvallend veel verhalen in de kranten gingen over het nutteloze van reizen. Eigenlijk hoef je je ogen maar dicht te doen en je maakt de meest fantastische reizen denkbaar. Hier,in Schiedam,ontdek je dat je je ogen ook kunt opendoen en kunt gaan reizen door op je plaats te blijven staan.'(bladzijde 65-67) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. ‘(het gemiste telefoongesprek)///een gesprek met Bill Dodd///Te laat. Had een half uur/geleden moeten bellen. Is morgen/ook goed?///Tien voor half twaalf. Je/probeerde tweemaal. Ik keek/televisie.///Vergeten. Heel gewoon/vergeten.///Nu is tussen vrienden/echt heel oude vrienden/een beetje slordigheid/wel toegestaan.///hangt ervan af hoe/oud de vriendschap is./Maar stel dat het/de laatste keer was?///En dan,als de volgende dag/er alleen voor een/van ons beiden zou zijn,/was het dan toegestaan?///Geen extra rekbaar/stukje tijd meer over/om dingen uit te praten/en excuses te maken.///Jij indien in leven/en ik indien dood/of omgekeerd/zou kunnen vragen/was het een goed/tv-programma?/Was dat het waard/om het telefoontje te missen?///En wat te zeggen van/al die wijn die ik dronk/goede wijn/die de hersens nat houdt/maar die de ochtend/nuchter laat,zelfs fris?///Wis deze maar weg/uit al die serieuze/vragen.///Slaap goed oude makker/en bovenal wordt wakker/met een geruster geweten/dan het mijne.///25 september 2013,23.45 u'(bladzijde 16-17) Wordt vervolgd.