met het boek van Peter Henk steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Zonder tijdslimiet denkt de bezoeker:zal ik eruit gaan,dan kan ik nog even…Nu hij besloten heeft deze ervaring of confrontatie aan te gaan en geaccepteerd heeft dat hij tien minuten moet blijven zitten,kan hij al zijn bezigheden loslaten en zich even overgeven aan het moment in deze ruimte.’ Jij hebt jezelf moeten overgeven aan het proces en materiaal,je wil moeten loslaten. De kijker moet zich overgeven aan de ervaring,zijn dagelijkse beslommeringen even loslaten. is dat het doel van de cocon? ‘Ik werk veel met studenten. Het valt me de laatste jaren op dat velen concentratieproblemen hebben,en ook vaker en sterker neigen naar depressie. Het zou mij niet verbazen als dit te maken heeft met de vloed aan informatie die we constant over ons heen krijgen. Daarom vraag ik mensen die de cocon ingaan ook hun mobieltje uit te zetten. ik denk dat er een oerbehoefte is aan stilte,rust,aan een plaats waar bewust niet gehandeld wordt. Waar we,zonder iets te willen,geluid en licht ervaren,de verre geur van natuur. Kunnen contempleren over wat is.’ Waartoe leidt dat? ‘Bij mij tot creativiteit. Maar misschien ook tot loutering. Als je de cocon instapt weet je niet wat er zal gebeuren – net zomin als ik wist wat er zou gebeuren toen ik hem wilde maken. Niet-weten is belangrijk,dat is een leegte die louterend kan werken.” (bladzijde 80) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. ‘(slotregel)///hoe moet je het aanleggen om het gedicht/af te sluiten en vast te flansen in het nauw/misschien met een rijmwoord/om klanken vast te lijmen/aan de voegen van de frase?/of als laatste regel in resonantie/om de schemerschijn van betekenis/in de lucht te laten hangen?’ (bladzijde 25) Wordt vervolgd.