een dag afwezig;achteraf toch een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. Voor de volledigheid. ‘(stilte)///en het rillende besef van een binnenland/waar de ogen weer open zullen gaan voor de onverzinbare/donkere golven van schurftige bergen/de verzengende luchtlijn///waar de maan geweldig groot als een stille knokkel/boven het nimmereindige van de aarde niet verder rijst/om alles wat ooit heeft bestaan/elke ritseling en elke woordgeknoopte gedachte/in stilte te kneden'(bladzijde 26) Wordt vervolgd. Maandag 28-12-15;verder met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Loutering is een woord dat past binnen de kunst en de religie. Wat is dit,kunst of religie? ‘Religie is de afgelopen decennia besmet geraakt,de terminologie ervan ook. Ik gebruik weinig religieuze termen,maar in volle aandacht met een object of een waarneming zijn en respectvol omgaan met het materiaal is voor mij een vorm van gebed. Of ik nu zo’n cocon maak of erin zit.’ In de verte klinken klokken. Ik tel de slagen. Twaalf. De conservator is me vergeten. Ik zit hier nu bijna een half uur. Ik licht de cocon op,knipper met mijn ogen. De schoonmaakster is weer vertrokken. Schoenen aan,horloge om,mobiel weer aan. Ik heb ervan genoten. genieten – vreemd woord voor deze ervaring,alsof dat hier niet past. Wat dan wel? Verlichting? Nee,veel te zwaar. Bij deze lichte cocon horen lichtvoetige woorden. Een lijfelijke ervaring van reuk,materiaal,ruimte,licht en geluid zorgde ervoor dat ik bijna een half uur planloos op mijn kont gezeten heb. Als dat niet louterend is. Deze cocon is een schitterende spirituele snelkookpan,die ik dolgraag thuis zou willen hebben. Nu een gesprek met Florette Dijkstra. Titel ‘het licht komt van het papier’. Tekstje vooraf:’Het werken,het zitten,het alleen-zijn is de kern. Het kunstwerk is het resultaat. De kunstenaar is een vergeten personage. Het gaat om het werk dat gedaan moet worden,uit noodzaak.'(bladzijde 80-83) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. ‘(in de loop van de woorden)///in de loop van de woorden/wordt het gedicht ontbloot/in de tred van een nachtvers/wordt een dode maan uitgestoten///als een doodsbootje///opgehangen in de skeletten/tegen de heuvels van de hemel/worden vogelgrepen geregen/aan de beweging van ochtendzang/gevangen in de diepte///als in een schoot van het zien’ (bladzijde 27) wordt vervolgd.