met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Dijkstra:’Ik reis soms jarenlang in het voetspoor van mijn vergeten personages en doe daar in tekening,schilderij en tekst verslag van. De uiteindelijke versie van dat verslag ontstaat achter het bureau,daar gebeurt het essentiële.’ Dat verslag,dat resultaat,is het essentiële. ‘Nee,ik denk dat het werken,het zitten,het stil-zijn de kern is,niet eens zozeer het resultaat.’ Je moet toch kunstwerken maken? ‘Niet zomaar kunstwerken,maar werken waarvan ik voel dat ze gemaakt moeten worden. Uit noodzaak.’ Een vreselijk ouderwetse gedachte. ‘Vind ik niet. Het is tegelijk mijn voornaamste drijfveer om deze tekening te maken. Ik heb mij altijd geïnteresseerd voor de arte povera-beweging,jonge kunstenaars die in de jaren zestig begonnen “arme kunst” te maken,installaties van eenvoudige materialen – vodden,oud papier,zand en leer. Een van hen,Luciano Fabro,heeft een collegereeks gehouden onder de titel “Kunst wordt terug kunst”. Volgens Fabro is de hedendaagse kunstenaar zijn bestaansvoorwaarden kwijtgeraakt. Die kunstenaar zou zijn gedachtegoed over kunst moeten koesteren en voeden,aangezien kunst het domein is waarin het denken vorm aanneemt. Maar zowel het instrumentarium van de kunstenaar als de plaats van de kunstenaar in de maatschappij zijn niet meer vanzelfsprekend.’ Dat zie jij ook om je heen? ‘Ja. Kunst is buiten de maatschappij komen te staan,de kunstenaar is het contact kwijtgeraakt met de wereld,met het dagelijks leven. Vroeger had je als kunstenaar een functie,in de kerk,de paleizen,de burgerlijke huizen,en later in discussies in de maatschappij.”(bladzijde 85-86) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. ‘(de reis van de nachttovenaar)///’When I was learning Shona in Bukera I unexpectedly saw ladies bathing in the Merahari River. Fortunately I have poor eyesight’- Ngomakurta///je zegt dat poëzie een schaduwspel is?/dat betekenis altijd op het punt staat te vertrekken/en het gedicht als een afgeworpen vervelling achterlaat?///luister:jij bent een maanbevlekte boodschapper/moe van sommen maken in het bouwvallige huis/vol vogels die met hun snavels als scharen/de bloederige lakens om de doden heen/los proberen te scheuren///jij bent hier om aan die gestalte/tussen vreemden op de gang/die zo lang al wist dat het hart onderweg is/naar een verre aankomst -/om aan die man met zijn etterende gezicht/weerspiegeld in het glas/zijn hoed te overhandigen'(gedicht is nog niet af) (bladzijde 32) Wordt vervolgd.