met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Omdat je daar de intensiteit van het moment zou voelen. De stilte,de concentratie,het vergeten van jezelf. En dat is toch wat elke enigszins spiritueel geïnspireerde kunstenaar,maar ook elke lezer en kijker nastreeft. Daar,achter die tafel is er eindelijk rust. Waarom dan verdrietig? ‘Omdat die plaats zo moeilijk te veroveren is,zo kostbaar ook. Het wordt nauwelijks meer gezien hoe noodzakelijk die plek is.’ Het is mijn beurt even achter die tafel plaats te nemen en me voor te stellen dat mijn handen op het witte,lege papier liggen. Er maakt zich geen verdriet van mij meester. Wel verbazing. Over de manier waarop ik naar deze tekening heb gekeken. Wat er ook allemaal over te zeggen viel,ik was ervan overtuigd dat hier een man aan tafel zat te wérken. Je zou dat prima kunnen omdraaien:de man achter de tafel kan in gedachten verzonken zijn,hij kan zelfs zitten bidden,maar één ding doet hij niet:werken. Althans niet werken zoals ik dat meestal opvat:zitten,materiaal verzamelen,produceren. in moderne termen:laptop aan,mail checken,teksten tikken. Nu begrijp ik dat verdriet iets beter:wij zijn zo gericht op een tastbaar resultaat,dat we nauwelijks de tijd nemen te luisteren naar het materiaal. In termen van de tekening:te luisteren naar het licht dat naar beneden wolkt,waar volgens Dijkstra datgene zit wat we hebben meegemaakt,geleerd,gevoeld. Zou je anderen ook aanraden om achter die tafel plaats te nemen? ‘Ja. Kunst kan waardevol zijn voor iedereen met een creatieve houding. Je stapt uit de dagelijkse wereld in … ja,toch het niets,een leegte. Dat is bedreigend,maar na verloop van tijd kan er met een schok iets in je opdoemen dat je nooit had verwacht. Iets nieuws,iets wat echt van jou is,iets noodzakelijks.’ (bladzijde 94) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. ‘(de vlucht)///er waren smalle steile straatjes/waar we nachtenlang wankelend hadden rondgehangen/in kroegjes met gebottelde hotelkamers/met lijfversluierende hermafrodieten/(er was daar bloemetjesbehang)///een taxi zou ons naar het vliegveld brengen/(we hadden al tickets)/maar de chauffeur verknoeide onze tijd/ in de vouwen van duistere buitenwijken/heuvel op heuvel af -/het uur was somber,de maan was laat en plat///in de tunnel heb ik opgespeeld/ in het Spaans -/gezegd dat we ons niet laten beetnemen -/hem gesommeerd te stoppen/om ander vervoer te gaan zoeken/naar het vliegveld'(het gedicht is nog niet af) (bladzijde 39) Wordt vervolgd.