met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Nu een ‘gesprek met Hans van Bentem’. Titel ‘de aap wijst de weg’. Vooraf;’Robots,lotusbloemen,jerrycans,olievaten,torens,clowns,apenkoppen,hoeden,laarzen,kostuums, een Kalasjnikov. Slenteren van stijlkamer naar stijlkamer. Vergulde en verzilverde beelden,felle kleuren,talloze motieven,baktechnieken van onderglazuur en opglazuur.’ ‘Voor zijn tentoonstelling ‘Keep on dreaming’ gebruikte beeldend kunstenaar Hans van Bentem de stijlkamers van het Gemeentemuseum Den Haag. Hij installeerde er divers materiaal:robots,lotusbloemen,jerrycans,olievaten,torens,clowns,apenkoppen,hoeden,laarzen,kostuums,een Kalasjnikov – te veel om op te sommen,maar dat is flauw om te zeggen. Het is te veel om te zien,om te kunnen verwerken. Ik ben vroeg,er is nog tijd voor een eerste,verkennende ronde. In de laatste kamer van de tentoonstelling blijf ik rondlummelen naast een porseleinen beeld. Het is van onder naakt,gaat in ’t midden gekleed in een marineblauw jasje met gouden tressen,en lijkt aan de bovenkant in staat van ontbinding te zijn,want we zien een apenkop,die voor de helft vrolijk de wereld in tuurt en voor de andere helft bestaat uit een schedel. Het beeld biedt genoeg om de fantasie uren op hol te doen slaan. toch is het vooral de blikrichting van de aap die me intrigeert. Hij kijkt naar verschillende beschilderde panelen van de kamer waarin de beelden staan. Alsof de aap me op die panelen attendeert. Even kijk ik met hem mee:er is een winterlandschap te zien met schaatsers die,gezien hun opwaaiende jassen,wind tegen hebben,met honden op het ijs,met twee kerken op de achtergrond. Dit Hollandse winterlandschap – voor minstens tachtig procent bestaat het uit vrieslucht met ijle wolken – is me vertrouwder dan Van Bentems kermis van beelden en kleuren. Als dat landschap me zo vertrouwd is,moet ik hier maar beginnen met kijken.'(bladzijde 122-127) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Ik begin met het overschrijven van het motto van deze bundel. De bundel is opgedragen aan Yolande en aan Daphnée. Motto;’Door de lege boog blaast een wind,een geestelijke wind die onophoudelijk over de hoofden van de doden waait,op zoek naar nieuwe landschappen en onbekende accenten,een wind die ruikt naar babyspeeksel,gekneusd gras en de sluier van kwallen,en die de voortdurende doop van nieuw gecreëerde dingen aankondigt.’ Federico Garcia Lorca.