met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Daarna beschrijf je hoe de zeepbel uiteenspatte en hoe je jouw verloren illusies te boven trachtte te komen. Slaat dat gevoel van verlies niet alleen op de kringloop van de natuur,maar ook op die van de cultuur? En zitten wij nu in de fase waarin veel wordt uitgewist? ‘Ironisch beweer ik weleens dat het vanaf de Verlichting bergafwaarts is gegaan met de westerse cultuur. Maar zo ga ik een complex probleem uit de weg. Sinds ge Verlichting zijn we sterk gericht op de vooruitgang. Voor de schaduwzijden van deze vooruitgang heeft de romantiek een oplossing gevonden:een soort “Second Life”. Dit tweede leven is een zelfgemaakte droomwereld:dat tweede huis,die survivaltocht,de eenzame trip door de Himalaya,naar yoga,kamperen in de natuur. Vaak hebben we het idee dat dit romantische tweede bestaan ons echte leven is.Deze schijnwereld is in staat de schade die de voortdenderende vooruitgang met zich meebrengt op individueel niveau te herstellen,of in ieder geval draaglijk te maken. Maar in de dagelijkse,tastbare werkelijkheid is de schade wereldwijd en onherstelbaar.’ Zien we die schade ook in dit werk? ‘In al mijn werk. Maar dat beweren is gevaarlijk. Want dan zou je kunnen stellen:Den Otters werk is nostalgisch,doordrongen van het besef “vroeger was het beter”. Ik wil geen namen noemen,maar er zijn tegenwoordig beeldend kunstenaars die in hun werk teruggrijpen op oude vormen,waarmee ze aan dat gevoel van verlies tegemoet komen. Dat werk draagt als boodschap uit: wij zijn wat u bent kwijtgeraakt. Dergelijk werk biedt niets nieuws;vorm en inhoud komen uit de goede oude tijd. Zulk werk is nostalgisch. Mijn werk gaat óver nostalgie.’ Ik zie het verschil nog niet.'(bladzijde 155-158) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Het vervolg van ‘Isla Negra/bij de dood van Pablo Neruda’. ‘EN INEENS WERD DE AARDE EEN VUUR///’en deze grote menigte zei:genoeg!/en stond op en liep…’///we hebben je dood te voet gevolgd,Neruda -/de regen is als een stoet – door jouw geliefde stad/Santiago,Santiago dat het glinsterende geslacht was/van het andere Amerika/jet Amerika van de proletariër -/waar tanks nu door de straten zwermen/waar achter muren de stemmen van gefolterden kermen/waar de regen zoutig en rood is///hen kennen we ook – de generaals en bankiers/met goed verzorgde vingernagels en welriekende lichaamsholten/en de middernachtsoldaten die met kolven tegen de deuren vloeken/en schreeuwend door de boeken bladeren/om de vlammetjes van kennis,vrijheid,waardigheid en trots/uit te scheuren/bij de steeltjes af te snijden/armzalige stomkoppen – alsof een mens de sterren/aan zijn speer zou kunnen rijgen'(bladzijde 32) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.