met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘De stilte,de traagheid die je overvalt tijdens het kijken naar deze film,zorgt ervoor dat je weer oor krijgt voor het ‘gezoem op de achtergrond’. Hoewel Den Otter de voorkeur geeft aan het woord ‘kringloop’,kom ik terug op ‘schepping’. Niet uit religieuze overwegingen,maar omdat schepping te maken heeft met het actieve scheppen. Voor mij heeft schepping,veel meer dan het woord ‘kringloop’,een culturele,maatschappelijke connotatie. In het verhaal uit ‘Genesis 1’ wordt het tohoe wabohoe (‘woest en ledig’) vormgegeven,maar dat betekent niet dat we in een mooie,paradijselijke wereld zijn beland. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien zo,maar wie beter kijkt of luistert,ziet of hoort het dreigende geraas op de achtergrond. De vernietiging,de dood,het niets – het is altijd vlakbij,in tijd en ruimte,of ligt vlak onder de oppervlakte van een prachtig schilderij. Het verhaal van de schepping is een dagelijkse realiteit. De schepping verkeert ‘am Rande des Nichts’,zei theoloog Karl Barth. En dat ervaar je in de film ‘Getekend’ van Olphaert den Otter. Op een van de laatste beelden van de film zie ik nu rechtsonder nog de vage contouren van een schedel. Dan verdwijnt ook die in de vergetelheid.Opnieuw leegte. Nu voelt die leegte een stuk ongemakkelijker dan toen ik begon te kijken. Geen rustgevende leegte,maar een dreigend niets. Een kijker die aan het werk moet,moet juist niet aan het werk.Misschien is het beter te luisteren naar het gezoem op de achtergrond,waardoor hij beseft dat een paradijselijke wereld in een mum van tijd kan veranderen in een hel,in het volledige niets. Hier zitten is dat beseffen. En,heel even,aanvaarden.’ (bladzijde 162-163) Wordt vervolgd. Nu verder met een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Het laatste stukje van ‘ISLA NEGRA/bij de dood van Pablo Neruda’. ‘steeltjes regenregels over de witte heuveltjes van de vrouw/want soms was je slechts een stem/voordat je gezicht/weer vet werd,een oude Azteek,een pasja,een rijkaard/een woordvoerder,een dichter/achter moedervlekken en stilte dat deksel van glas/kransen op je kist:glasscherven en verscheurde boeken/in je huis/(je dood,ambassadeur,ging het verstand van de honden te boven/en dus moesten zij de overblijvende schaduwen komen bevuilen/de stem is hun door de vingers geglipt en ze zijn de woorden/aan bajonetten komen rijgen, maar woorden zijn lijken/en de stem is in de wind in de bomen in de nacht)/soldaten met knuppels rond de begraafplaats/roepen de doden een halt toe als die ontsnappen/en in de stoet,kijk,uit de achterbuurten en de sloppenwijken,kijk,/arbeiders met hun vrouwen en kinderen,vrienden,politieke vluchtelingen;/en dan:de Internationale…/’ontwaakt verworpenen der aarde…/tot den strijd ons geschaard…’ ‘ (bladzijde 36) Wordt vervolgd.