met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Afgelopen jaren heb ik talloze beelden verzameld:gevels die op gezichten lijken,afwijkend scharnierende ramen en deuren. Een foto van een reclamezuil waar net de reclame is uitgehaald,zodat we alleen een bak licht en het openstaande vitrineraam zien. Bij de referentiepagina staan ook twee “stills” uit de kinderserie ‘De zevensprong”,naar het boek van Tonke Dragt. Daarin gaat de hoofdpersoon ook een huis binnen dat een “folly” blijkt te zijn. Ik was destijds al iets te oud voor de serie. Maar ik herinner me de magie van die wand nog.’ Is zo’n herinneringsbeeld de aanleiding voor het maken van deze wand? ‘Bij het maken ervan zijn al die referenties samengekomen. Maar nu lijkt het alsof het een heel zwaar werk is geworden. Dat is niet de bedoeling,ik wil ook dat het een heel – ja,ik zou het woord “speels” willen gebruiken als dat niet zo’n vervelende bijklank had.’ Wat is er vervelend aan? ‘Aan “speels” kleeft iets kinderlijks,dat is vervelend en misleidend. Ik vind speelsheid bijna een voorwaarde om in de wereld te kunnen staan. Door die speelsheid neem ik alles op,ik ben een grote associatiemachine.’ Waar komt die fascinatie voor wanden en spiegels vandaan? ‘Ik heb in Nijmegen op een experimentele kleuterschool gezeten die tegenover ons huis stond. Een wand van de speelruimte bestond uit een lange spiegel,waartegen ’s ochtends,als je binnenkwam,allemaal opgerolde matjes stonden. Je pakte een matje en ging op een plek in de zaal zitten spelen. Soms ging je voor de spiegel gekke dingen doen. Op een dag was er een gehoortest. Ieder kind werd apart naar een verduisterde ruimte geroepen,direct naast ons lokaal. Ik kreeg een koptelefoon op en moest zeggen wanneer ik een piepje links of rechts hoorde. Langs de wand hing over een grote lengt een gordijntje,en precies waar ik zat was het een stukje opengeschoven. Tot mijn verwondering keek ik zomaar in het lokaal waar wij altijd zaten te spelen. De wand achter het gordijn bleek een”oneway mirror”.’ (bladzijde 183-185) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘PLEASE DON’T FEED THE ANIMALS/////ik ben Germaans/ik ben wreed/ik ben blank/ik sluip uit het oerwoud van mythen/en sagen/en sta geroepen en vastberaden/en voorbestemd/op de vlakten/van dit chaotisch continent/rechtop/luister/ik ben Germaans/ik ben wreed/rechtvaardigheid is nooit gemakkelijk/verdelg elke afwijking/ik graaf het oog uit de nacht/de schande van non-white inheemsheid/zal mij nooit aantasten/zon en liefde worden geweerd/door mijn schaamte vliezen/het schild van mijn huid/my white badge of courage/luister/ik weet/ik ben/ik ben Germaans/ik ben wreed/ik ken mijn zaterdag en mijn zondag/ik weet hoe het moet/en wanneer/mijn zaad is bleek/ik ben het oog in de nacht'(bladzijde 56) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.