met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Maar het is belangrijker dat zijn werk mijn beeld van de werkelijkheid verandert. Ik zal geen zonsondergang meer kunnen zien zonder de herinnering aan deze foto mee te nemen in mijn waarneming. Het is zeker zo dat dit beeld iets opvangt van buiten mij:een zonsondergang gedurende acht minuten en negentien seconden, Maar deze foto richt zich óók naar binnen:Van Til morrelt aan mijn innerlijke beeld van een zonsondergang,zoals ik dat in veertig jaar gevormd heb. De blik naar buiten verandert naar binnen. Dat een kunstenaar dit weet te bereiken met een van de meest gefotografeerde,meest vastgelegde en daardoor meest ingegraveerde beelden van onze cultuur,is meesterlijk. Gesprek met Maria Blaisse ‘een long van bamboe’. Tekstje vooraf:’Het licht valt door de bamboe ribben. Het werk heet niet voor niets ‘Breathing Sphere’,maar de adem wordt veroorzaakt door de vorm en het materiaal. ‘Heel even sta ik alleen voor ‘Breathing Sphere’ van ontwerper en beeldend kunstenaar Maria Blaisse. Het licht valt door de bamboe ribben. Achter me zie ik de schaduw op de wand langzaam meebewegen op het ritme van de constructie. Het werk heeft wat van een long,de bamboe ribben zetten uit als onze borstkas. De constructie zwelt langzaam op en krimpt weer ineen. Het beeld is prettig rustgevend,zoals de vlammen van een vuur dat zijn,of de golven van de zee. Het gevoel dat het kunstwerk oproept,doet me denken aan de installatie ‘Notion Motion’ van de Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson,die enkele jaren geleden in het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen te zien was.'(bladzijde 203-205) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘WINTERTROOST///en als het weer zomer is/zullen we gedurende de langbenige avonden/buiten onder de pergola wandelen/om naar elkaar te wuiven///en als het dan donker wordt/met lantaarns als drakenogen in onze handen/op de getande daken klauteren om/naar de grommende maan te kijken///en we zullen schrijlings/op de nokken de levensgeheimen/fluisterend zitten uit te pluizen/als gebarende Chinese wijsgeren///(zit niet over de winterregen te kniezen)'(bladzijde 76) Wordt vervolgd.