met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Onze tijd zal het nog wel duren,maar als we willen dat onze kinderen het beter hebben dan wij,moeten we ons toch een beetje gaan aanpassen,vrees ik. We zetten de boel gewoon naar onze hand. Alleen al door onze aanwezigheid als organismen beïnvloeden we de Wereld direct,maar dat doet de bever met zijn beverdam ook. De bever laat de Wereld al niet achter zoals hij haar heeft aangetroffen. Hij kiepert instinctief artefacten in een waterloop en beïnvloedt zo de stroom der dingen. Wij doen hetzelfde. Aan de natuurdingen,laat mij die natufacten noemen,hebben wij onze eigen artefacten toegevoegd,onze kunstdingen.’ De Wereld bestaat uit natuurdingen en kunstdingen? ‘Ja. Kunstdingen,waarmee je volgens regels van een of ander ambacht ingrijpt in de natuurlijke loop der dingen. Denk aan beheersing van het vuur,het in gebruik nemen van wielen en de invoering van het fenomeen pootaardappel. Die ingrepen hebben allemaal een grote natuurlijke component en een slimme toevoeging. Wij hebben het vuur niet uitgevonden,maar wel de mogelijkheid ons huis te verwarmen zonder te hoeven wachten tot de bliksem inslaat. Het waakvlammetje is een ongelofelijke innovatie en het buskruit is “rocket science”. Wij hebben het natufact “hout” niet uitgevonden,maar wel het wiel,een ronde schijf met een rond gat waar een ronde as in ronddraait,dat in de natuur niet voorkomt. Dieren kunnen zichzelf bewegen,maar doen dat met gewrichten die niet kunnen draaien vanwege de pezen,spieren en beenmergkapsels. Theo Jansen laat dat beeldschoon zien met zijn Strandbeesten.” (bladzijde 305) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘ZE ZULLEN KOMEN’. ‘jullie wallen zullen worden geslecht,/jullie straten vol schuifelende voeten,/jullie villaparken gaan de trompetklanken van kinderstemmen horen,/jullie flatgebouwen wankelen op de fundamenten/en jullie zullen de ommekeer van de tijd niet kunnen ontcijferen;/jullie zullen in kippenboutjes stikken en al protestproestende/whisky over de smokinghemden morsen/want oude structuren van vanzelfsprekendheid en veiligheid en gezag/zullen opeens blijken illusies te zijn;/jullie zullen je op orde beroepen en tegelijkertijd/het zilver begraven – hoe vlak is toch de aarde!/jullie zullen verschansing zoeken achter de witgepleisterde zekerheden/van jullie kerken,houvast in bankroete dogma’s,verlichting in liberale/liefdadigheid;/jullie veiligheidsdiensten,gepantserd als schildpadden,/zullen met traangas en wapenstok het onoplosbare gegeven/proberen te vereenvoudigen tot spoken op het behang;'(bladzijde 156-158) Wordt vervolgd. het gedicht is nog niet af.