met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Je bedoelt:het idee ‘Materie’ heeft de laboratoria verlaten en is de domeinen van de Geest binnengedrongen. ‘Ja. En dat is bijzonder ingrijpend voor ons levensgevoel. In laboratoria heeft de fictie “Materie” de functie het object van onderzoek te bepalen:we bestuderen de Wereld onder het aspect “Materie” in de materiewetenschappen en intussen doen de sociale en geesteswetenschappen hun werk ten aanzien van wat er nog meer te koop is in de Wereld. Maar omdat wij denken dat alleen materiële dingen te verkopen zijn,perken we de budgetten van socialen en geestelijken in en zetten al ons geld op de wedloop met spullenmakers in de opkomende economieën. Materialisme in iedere betekenis van het woord. Geleidelijk zijn wij onze hele leefwereld in die termen gaan begrijpen. Als je ons eenentwintigste-eeuwers vraagt naar geluk,zijn we toch geneigd antwoord te geven in termen van fysiek bezit en fysieke gezondheid. Je voelt wel dat er iets ontbreekt,maar vindt er maar eens woorden voor. Het is evident dat onze interesse sterk uitgaat naar onze lichamen en materiële spullen en ja,inderdaad:waarom raken we tegelijkertijd psychisch zo gemakkelijk in de war? Een miljoen mensen aan de pillen. Waar duidt dat op? Lukt het mij om daar iets over te zeggen zonder de woorden zielenpijn en geestesziekte te mogen gebruiken? Is de grote verandering in de materiële Wereld van hetzelfde spul gemaakt als de verwarring in mijn gemoed? Kan ik ook zielig zijn? Of geestig?'(bladzijde 314-315) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘TRANSIT’. ‘en boven de luiken zwelt zoet de geur van nachtbloemen/de avondgebroken vreugde van magnolia’s vermengd met de vreugden van de zee/de klikklakklokkeel van de padden/net als het wie-wie-wie van kieviten/en wanneer het lichter wordt het grijze commentaar van zeemeeuwen/op de sfumato-tekening van het kustgebied/dat mistig opgaat in de solide donkerte van de berg///als zilveren gedachten zullen de wolken openrollen-/hoe glorieus is de aarde!///10/11 augustus 1977′(bladzijde 168) Wordt vervolgd.