met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘De hedendaagse aandacht voor lichamelijkheid lijkt me inderdaad evident en dat je moeite hebt om meer geestrijke zaken uit te leggen ook. Kunnen we daar vanuit het standpunt ‘Geest’ meer over zeggen? ‘Ja,wij denken dat we Materie makkelijker kennen en manipuleren dan Geest,maar het omgekeerde is het geval. Door de verwarring in de Geest over wat Materie is,zijn wij het lichaam helemaal uit het oog verloren.’ Pardon,als we iets niet uit het oog zijn verloren,is het wel het lichaam. ‘Toch wel. Het menselijk lichaam is in vergetelheid geraakt. Ik begrijp dat dat maf klinkt in tijden van well-mess-hotels,plastische chirurgie en erotiek op TV. Maar juist al die speciale aandacht voor het lichamelijke duidt erop dat er spanning nodig is om je van het lichaam bewust te worden. Als je je er niet met speciale aandacht op toelegt,vergeet je je lichaam meteen weer. Je werkt in de City aan een algoritme voor,laten we zeggen,nog net legale valutahandel en je verkrampt zo achter je pc-tje dat je wel met een wit gesnoven neus op een paar gehuurde dames los moet om fysiek de boel weer een beetje op gang te krijgen. Al die pleziertjes die je je lijf gunt,de sauna-uurtjes en wellness-weekendjes,die maar een klein deel in je overvolle agenda innemen,duiden op een lijfsvergetelheid die voor ons normaal geworden is.’ (bladzijde 315) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breitenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘DE BERG/////de berg,zo stel ik mij voor,fort/ waar oerzwakte schaduwen/(schimmen van gedachten)kunnen schuilen voor het licht/de berg is vol kruiden en zoete oude geuren///’s nachts als uit de vesting/ duisternis komt/de zoete oude geuren van geneeskrachtige bosjes gekneusd/misschien door een onverhoeds bokkenboefje/of gewoon door het openvouwen van uitgestorven/ bloemen,/het tot tempel maken,het wijde inwijden///dan moet ik aan je denken,balling/(afzit ik opgesloten in die superieure gedachten!)’ (bladzijde 170) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.