met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Vroeger moest je nog even bewegen voor je kon gaan stilzitten. Het beschouwelijke leven is beschikbaarder dan ooit. We zijn een theoretische diersoort,niet alleen door onze academies,maar net zo goed door theaters,musea,stadions en tempels. Theorie,ik heb het eerder gezegd,komt van “theorein”. Dat betekent kijken,beschouwen,onderzoeken,contempleren en speculeren. Dat doe je stilzittend en nadat je je hebt losgemaakt uit de dagelijkse praktijk. “Theorein” is dan ook verwant aan “theasthai”,waar “theater” van is afgeleid en “thaumazein” (verwondering),waar “dramaturg” vandaan komt. “Thaumazein” is interessant omdat Plato,al ruziënd met de grote theatermakers,”verwondering” aan de basis van de filosofie legde en daarmee – enigszins kleinmoedig – de academie aanprees als de betere plaats om “theorein”te beoefenen. Mijn veel grootmoediger moedertje zou zeggen;je moet het ene doen en het andere niet laten. hoe meer verschillende voorstellingen iemand beschouwt,hoe ruimdenkender en genereuzer iemand kan worden. Eerst maar eens in de Geest. Als je vanuit die geestrijke positie pogingen onderneemt om zelf het een en ander te realiseren,te verwerkelijken,werkelijk te maken buiten het museum en de academie,kan inderdaad een zooitje worden,maar het is in ieder geval jouw zooitje.'(bladzijde 319-320) Wordt vervolgd. Verder met een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘VOOR VADER . ‘één jaar koren en kakiplant bij de ommekeer./van gemest kleinvee en moestuin naar geitenhoeden en dienstarbeid,/van hoeve naar bijgebouw;beenkappen en werkschoenen,/tortels en sprinkhanen,jakhalzen en schaduwhonden;/leguanen heeft hij bij vollemaan in de ravijnen opgehangen,/boekenwijsheid had hij niet maar wel een overmaat aan ordentelijkheid/en zijn hart was een bijbel,/met zijn zwarte ogen kon hij tot achter de bergen zien/ tot in de schuilplaatsen van de morgenster,/zijn handen waren reuzenschelpen vol weerklank van de aarde'(bladzijde 176) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.