met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Om het soms chaotische gemoed te trakteren op de artificiële Kosmos van kunstenaars en filosofen. Die orde bestaat dan ook alleen maar in de Geest,tot de toeschouwer aanleiding vindt daarvan iets in het eigen leven te realiseren. Het is lering en een extra middel om de bezoeker naar binnen te lokken – dat laatste is het bijkomende vermaak. Het is helemaal geen straf om steeds meer finesse te ontwikkelen,dat loont blijkbaar,we kunnen en willen niet anders. Het ontwikkelen van de bewuste aandacht die onze natuurlijke naïviteit voor altijd doet verdwijnen,is een noodzakelijke opstap naar een meer verfijnde tweede natuur. Die tweede natuur is in tegenstelling tot de eerste natuur geen geschenk,maar een verworvenheid. Die prefereer ik,zelfs als er maar weinig van terechtkomt. Van Lao Tse wordt verteld dat hij teleurgesteld de beschaafde Wereld de rug toekeerde omdat iedereen van de oorspronkelijke weg(“tao”) was afgedwaald. Hij sloeg daarom de terugweg in,maar ik ben geneigd om door te gaan op de ingeslagen “tao”. Daarvoor wil ik graag in gesprek met kunstenaars,Henk,heel graag zelfs.”(bladzijde 321) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘VOOR VADER’. ‘je zit gevorkt op je rijdier om achter de einder te verkennen,/ achter de zorgen die nog moeten komen,/je hurkt op de bergtop met je gedachten in de lieflijke valleien/en je roept de gevederden,de klauwieren,mussen,kwikstaarten,zwaluwen,/je wacht op het hoge duin en streelt het groene water,/de witte paarden,het resultaat-/en nu ben je oud en eeuwig/uit een stam van harde strenge binnenlanders,/mensen die om kampvuren zitten onder de nachtelijke hemel,/de grote uitspanning,/totdat het vroege licht uit de aarde komt en de reis wordt hervat-/nu ben je oud en somber – en ik heb je botten je diepe bloed/en de geluiden van je borst;/o vader,zegen me voor je gaat!'(bladzijde 178) Wordt vervolgd.