met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Als in die verdenking ook maar een spoor van waarheid zit,zou de kunst zichzelf inderdaad moeten opheffen of tenminste met het verleden moeten breken en volstrekt onmaatschappelijk worden. Geen gesprek met de samenleving over doelen en intenties. Ik ben geneigd dat fenomeen “strategische pretentieloosheid” te noemen,enigszins begrijpelijk,maar ik zie het toch als een posttraumatische stressstoornis. Met de slogan “waarheid bestaat niet” heeft hetzelfde idee verschrikkelijk huisgehouden in de postmoderne filosofie,maar onder de noemer “schoonheid bestaat niet” was het ook de afsluiting van het naoorlogse gesprek over kunst. De vergissing van die beweging is mijns inziens dat je eerst kunst een te zware verantwoordelijkheid voor maatschappelijke misstanden in de schoenen schuift om je er daarna in één beweging volledig van af te maken,namelijk door met een van tranen verstikte stem van iedere invloed op het wereldgebeuren af te zien. Dat maakt van het bescheiden “geen pretenties hebben” een geperverteerde verantwoordelijkheidszin. Iedereen mag afzien van een gesprek over kunst,maar “geen pretenties hebben” betekent gewoon pretentieloosheid en kan een heel verkeerd idee van vrijheid introduceren. Ik hou er niet van.’ (bladzijde 325-326) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘VOOR MOEDER’. ‘driekleurviooltjes,zinnia’s,magnolia’s,uiltjes,frangipanes,apekruid,/gardenia’s,poinsettia’s – jouw woorden dragen stuifmeel en kroonblaadjes/en bijen,ja,je spreekt bloemen,je maakt goed wat zeer doet,/je tovert de regen om in een spel van licht;/ik hoor je zingen bij het harmonium/en zie hoe je de schaduwen blauw maakt;de zeewind nestelt/in je haar,een robijntje glinstert aan je hand;/voor jou ligt de hele schepping open aan de achterdeur en de ganse wereld/voor de voordeur/en altijd vol vreugde – het leven is maar een handomdraai/en jouw handen zitten nooit stil;de vlinders van liefde/zijn boven je hoofd -/en nu ben je oud en vol leven en eeuwig jong/zoals een vruchtboom in de grond;/ik draag je gebeente je kantelend bloed/en de klanken van je keel-/o moeder,zegen mij voor je gaat!'(bladzijde 182) Wordt vervolgd.