met het boek van Peter Henk steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Iedere criticus – en ik heb het nu eens niet over de kritische kunstenaar zelf – zou zich bewust moeten zijn van het moralisme dat in alle kritiek schuilt. Hij of zij zou zich daarover moeten uitlaten door verantwoording van vertrekpunten en intenties van de beste bedoelingen. Een hachelijk mijnenveld waar je veel kostbare tijd kunt verprutsen,en in die regionen kunnen kunstenaar en filosoof samen optrekken. De filosoof kan zich op dit punt door de kunstenaar laten engageren:het zou mij een eer zijn u te dienen. Verantwoording (conceptualisering) is ons ambacht. En voor zover ik zelf als filosoof ook de goede bedoeling heb de maatschappij te willen verbeteren,ben ik even kwetsbaar als de welwillende kunstenaar. Ik heb mijn professionele mantra aan Adriaan Morriën ontleend: “Hoor/ik voorspel je de toekomst/een beter gebruik van woorden.” Maar dat is enorm pretentieus. Als ik het te bont maak,kunnen jullie mij in de touwen houden. We zitten verantwoording-technisch in hetzelfde schuitje.’ En dan is er nog een meer alledaagse situatie waarin de kunstenaar niet aan verantwoording ontkomt…de masterclass.'(bladzijde 327-328) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘DE DROOMWAKE’. ‘sterk en gezond was ze onder het witte laken/haar ogen vol licht en rond zo zonder bril/en zwaar haar armen die met duidelijke gebaren/de laatste boodschappen zegenend uitdeelden/(alleen haar vermoeide grijze haar was al los gedaan):/visioenen van alles zal recht komen en dat ze/nu tevreden was met o.a. Mattheus en Marcus links en/rechts hebben die twee bejaarden inderdaad gestaan,///en ze heeft mij ook bij mijn naam geroepen/en herkende mij niet///Maar ik moest terug zijn eer de gezagsdragers/mij van ontvluchting verdenken in de stroomversnelling/ben ik in draaikolken verzonken'(bladzijde 184) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.