met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Ton van der Laaken heeft een vilten cocon opgesteld in De Ketelfactory. Bezoekers worden uitgenodigd om tenminste tien minuten plaats te nemen in de cocon en hun telefoon af te geven. Jij kunt niet naar Schiedam,maar denk je eens even in:tien minuten in een vilten cocon. ‘Plotseling gehuld in duisternis en stilte? In het begin zou ik worstelen met nabeelden van de in een klap onderbroeken storm van indrukken die gewoonlijk van buiten op mij afkomen. Die cocon is een prachttool om de woelingen in je gemoed te kunnen voelen wanneer de buitenwereld als bron is afgesloten. Er is buiten je geen actie meer,maar je reacties ijlen hevig na:de zintuiglijke nabeelden van de zaal in De Ketelfactory,oprispende emoties,gedachten die je net liep te ontwikkelen en vooral de al gemaakte plannen voor wat je hierna wilde gaan doen. Ongeoefend als ik ben om die chaos geestkrachtig onder controle te brengen,zal ik zeer geneigd zijn terug te vluchten naar de prikkelrijke omgeving. Een soort paniekreactie die je doet denken aan ademnood. Als je oefent,kun je minuten lang zonder zuurstof,maar als je ongeoefend stopt met ademen,hap je binnen de minuut met rollende ogen naar lucht.” (bladzijde 332-333) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘JE BRIEF IS WONDERLIJK’. ‘in de laatste nachtwake/en luisterde hoe de veroordeelden/door gangen ondergronds werden geleid/ hoe ze zongen,///met de adem in hun mond/als bewoners die op het punt staan te vertrekken/omdat de stad brandt,hoe ze zongen/met ademtochten als boeien,/ hoe ze zongen,/zij die van het donker in het licht gingen springen/zij die gepost werden naar een bestemmingloos adres/en ik vreesde het onheil///de tafel voor me tegenover mijn tegenstanders/is leeg,ik heb as op mijn hoofd/mijn beker is leeg,’ (bladzijde 190) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.