met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Ik denk dat Descartes wel in Van der Laakens cocon zou willen beginnen. Hij was zeer empirisch ingesteld en zou de ervaring van chaos in het hoofd op prijs stellen. Maar hij zou – en Ton verbiedt dat nergens – de gedachten niet langzaamaan laten vervagen,maar nog onder het vilt heel hard gaan nadenken over de mechanismen van beeldvorming of oordeelsvorming. De werking van waarneming,verbeeldingskracht en verstand uitprepareren. Dat is de inspanning die Descartes tijdens zijn Meditatie pleegt. Filosofie is in die betekenis Meditatie:door ongelofelijke inspanning conceptueel houvast weten te vinden in de kluwen van wilde gedachten. Beeldende kunst zit ook aan die kant:de kunstenaar probeert niet met taal of concepten houvast te vinden,maar met beelden routes uit te stippelen,handvatten te bieden,leuningen te maken die ons helpen grip te krijgen op de chaos. Dat blijkt ook uit het gesprek met Van der Laaken:hij heeft een enorme ambachtelijke inspanning moeten leveren om de cocon te bouwen,hij is er jaren keihard mee aan het werk geweest. geen ontspanning,maar inspanning.’ Maar jouw methode van Meditatie ligt bij Descartes:bij de inspanning. ‘Dat ik moeite heb met de ontspanning in de vilten cocon wil niet zeggen dat ik de methode afkeur. Mijn oude moeder zei altijd:je moet het ene doen en het andere niet laten.”(bladzijde 338-339) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘OP WEG NAAR KU’. ‘jonge monniken die buiten zichzelf feestvierden en kabaal maakten,/zelfs vlees verorberden en soms een hele bout/onder het gewaad probeerden mee te smokkelen – met de verklaring/dat ze in het vierde dhyena verkeerden,de trilling/van een ongebreidelde extase dus/(maar dit waren slechts smoesjes,een klucht:de cirkel/zonder omtrek scheurde en alles stortte ineen/tot verknochting)'(bladzijde 200) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.