met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Kinke Kooi stelt dat er in de loop der tijd allerlei hygiënische regels zijn opgesteld om die lustgevoelens in te dammen. ‘Die regels zijn ook begrijpelijk. Want wat moet ik met die lustgevoelens,daar,op straat,in de kou? Ik moet de bus halen. Een boerka is het andere uiterste,maar helemaal onbegrijpelijk is de islam niet.’ Kinke kooi zegt dat ze niet zo van hygiëne houdt. ‘Heerlijk van haar.’ Dat is iets anders dan joods,christelijk of islamiet worden? ‘Hygiënische regels en kuisheidsgeboden zijn lange tijd het rationele kader geweest waarin we die gevoelens hebben geprobeerd te reguleren,met zeer vrouwonvriendelijke gevolgen. Het is goed dat Kooi daar in haar werk op reageert. Iedere tijd moet kijken of de manier waarop je probeert je lustgevoelens te kanaliseren de juiste is.’ En het onderscheid lichaam versus geest is daarbij niet meer behulpzaam? ‘Juist wel. Dat onderscheid heeft enorme voordelen,al is het maar omdat je leert inzien dat je overweldigende lichamelijke passies alleen enigermate kunt sturen door beleefd met je geest een zekere regel te suggereren. Dat inzicht is uitgewerkt door Descartes,meer een dokter dan een moralist.”(bladzijde 365-366) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘TWEEREIS’. ‘en bij het ontwaken wijst mijn zelf mij/eensklaps op een boom vol vogels/of op een top die blinkt met de witte/ingewanden van spiegels/terwijl een donker meer een voorbije zon en wolk/en weldra ook het idee van zelf-zijn verzuipt/en samen draaien we de neus naar de wind-/ontwezig,bevrijd,blij/dat wij elkaar/totaal niet kennen///om binnensmond te lachen/over onze dwaze gedachten/alsof we een ravenveer opgroeven/uit de keel van de droom'(bladzijde 242-244) Wordt vervolgd.