met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord.’ ”Hij vindt dat we architect van onze passies kunnen worden,door ons tamelijk machteloze verstand meer invloed te geven. Niet omdat hij de passies wilde neerknuppelen of geen gepassioneerd mens wilde zijn,maar omdat hij niet volkomen uitgeleverd wilde zijn aan spontane gemoedsbewegingen. Het is niet fijn om van eros uit elkaar te klappen. Dat komt ons merkwaardig voor,omdat wij het idee hebben dat het onderscheid tussen lichaam en geest ertoe geleid heeft dat iedereen zichzelf loopt af te knijpen,wat ook nog eens de oorzaak is van akelige opvattingen over vrouwen. De ratio zou een beetje teveel spatjes hebben gekregen van Descartes’ bemoeienissen. “Materie”en “mater” zijn aan elkaar verwante woorden,waarbij het vrouwelijke de materie zou zijn. Het bevruchtende principe,het geestelijke,zou het mannelijke zijn. Nou,zo zit het huwelijk tussen Babs en mij niet in elkaar.’ Eeuwenlang is dat wel de dominante opvatting geweest over het mannelijke en het vrouwelijke. ‘Zeer zeker,maar dat kun je toch nauwelijks rationeel noemen. Er is eerder sprake van vaste gewoontes en strenge rituelen waar niet meer over nagedacht mag worden. De zeer machtige taboes zijn ook niet het schoolvoorbeeld van weloverwogen theorievorming. En daardoor is het Lustvolle in een onaangenaam keurslijf geperst. Maar de passies laten zich niet zomaar van tafel vegen,zodat ze niet zelden op de akeligste manier naar de oppervlakte komen.”(bladzijde 366-367) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘DE COMMUNIST HERINNERT ZICH/////herfst:en het aanbreken van een kouder seizoen/binnen smeulende horizonten/zomerdromen van opstand en vrede/kantelen weg in het geheugen/zijn dod spinnen over het papier//gevangen op de trottoirs van Torenstad/in glans weerspiegeld door glassteilten/waar wolken zwemmen/(het zonnemannetje wordt kleiner met de dag)/zitten oude Chinese dames met dode oogleden/de benen in bezwijming gekruist/om te betogen tegen de marteling van Falun Gong/gele taxi’s toeteren een nieuwsbericht,klanken/die van wand tot wand door kloven weerklinken,/onder struiken in het park steken de schurftige enkels/en stukgelopen voeten van een dakloze uit'(bladzijde 246) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.