met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Want al het goede komt van onderen,dat staat vast. Een baby ziet aanvankelijk niets,de sensus is nog slechts in aanleg aanwezig. Lekker verstandig erop los kletsen is er lange tijd niet bij,de ratio is er wel als vermogen,maar is nog niet in gebruik. En de kleine moet je ook nog niet naar zijn of haar carrière vragen,de “voluntas” is nog rudimentair. Maar wat een baby wel kan,is tevreden aan de borst liggen of de onlust uitschreeuwen als het allemaal te lang duurt. Een baby is een heerlijk bonkje zinnelijkheid. Van daaruit moet je mensenlevens opbouwen.’ Doen we dat niet? ‘Het gaat beter met al die bakfietsouders,maar nog niet zo lang geleden werden beweeglijke baby’s ingebakerd en als een plankje in de luren(luiers)gelegd. Laten huilen,was het devies,anders winden ze je om zo’n klein schattig vingertje. Het zinnelijke moet zo vroeg mogelijk onder de knoet komen. Immanuel Kant heeft daar al heel mooi over geschreven. Leg de baby op een groot kleed,ga er oplettend naast zitten,maar laat het kind bewegen zoals het zin heeft. Snoer het vooral niet in loopwagentjes(Gängelwagen”),maar laat het gaan staan zodra het eraan toe is. Mensen komen ter wereld als lustige wolballetjes. Die zinnelijkheid wordt beetje bij beetje door anderen in banen geleid. Cultivering en civilisering,waarbij de volwassene wikt en de kleine toch altijd beschikt.'(bladzijde 369-370) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘DE KOP VAN WOORDEN’/////toen het nacht was ben ik opgestaan/om te zoeken naar de witte bewegingen van de oceaan,/jij nog in slaap toen tussen vorige nacht en volgende morgen,/zeemeeuwen hechtten duistere wonden aan woorden/zoals ik deze gedachten stamel///wat vormt de kern van het zich langzaam verwringende hart?/is herinnering slechts pulserende fictie/als een oog omhuld door het trage papieren scheepje van de nacht/om in een vuist te worden samengebald op deze afscheidsoceaan?'(bladzijde 250) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.