met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Maar daarmee komt ‘Heimwee’ alleen en passant aan de orde. ik zou graag dieper ingaan op ‘Heimwee’,omdat Birthe Leemeijer er heel specifiek mee bezig is geweest in haar werk. Veel kunstenaars brengen in hun werk tot uitdrukking wat er in hun hoofd of lichaam omgaat. Birthe Leemeijer is bezig met wat er in het hoofd van de ander gebeurt en maakt daar beeld van. Het gaat er Leemeijer dus niet om welke impressies zij heeft opgedaan,zij maakt geen expressies van haar eigen impressies,maar om wat anderen hebben meegemaakt,gezien,gedacht en gevoeld. Zij gaat op basis van verbale verslagen van die ervaringen aan het werk. Dat is een mooi perspectief in ons huidige project. Leemeijer heeft ‘L’Essence de Mastenbroek’ gemaakt. Zij heeft boeren die allemaal uit de polder Mastenbroek afkomstig zijn,gevraagd naar hun gedachten en gevoelens bij de polder. Zij is op zoek gegaan naar de geest van het gebied,dus naar wat er in het gemoed van de huidige en voormalige polderbewoners aan poldergevoelens en poldergedachten omgaat. Geen enkele bewoner heeft ooit een volledig beeld van de polder en daarom is hij voor geen twee bewoners hetzelfde. Dan wordt het spannend als je op zoek gaat naar de essentie van de polder Mastenbroek.'(bladzijde 371-372) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘DE KOP VAN WOORDEN’. ‘de abrikoosmaan boven stranden van melk/waar paarse spiraalvormige schelpen zingen van de zee/en elders een zonnegedicht dat door zijde heenbarst/zoals korenvelden over een horizon golven/maar voor altijd het lichte gewicht van je handen/een fluitglas aan mijn lippen///deze woorden zullen de bladzijden met hun stoppels bezaaien,/deze brandende zee zal bezingen hoe eeuwen/in schuim en zeewier omschulpt worden/en de eeuwenoude vrucht van de maan,/je aangezicht,je gelaat/een kop voor mijn dromen van verre bestemmingen'(bladzijde 252) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.