met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Heel mooi woord,omdat “essence” de term is voor parfum. Als ook nog blijkt dat het omgekeerd werkt:ruik aan de essence en iedereen meent zich de hele polder van daaruit te kunnen herinneren,dan ben je geslaagd,lijkt me. Van concreet indikken naar abstract (ook Engels voor “samenvatting”) en dat stelt de mijmeraars weer in staat zich het concrete geheel voor te stellen. Dit is op talloze niveaus zo mooi,bijna onvoorstelbaar. Het laat zien wat abstracte kunst kan zijn op een manier die ook een weg terug biedt naar de concrete – soms achtergelaten – werkelijkheid in de polder. Geen hulp bij Heimwee,we zijn geen drogisterij,maar wel de mogelijkheid om vanuit Canada je “thuispijn” te onderzoeken. En Heimwee is zelf een zeer gelaagde emotie die alleszins het onderzoeken waard is.’ Waarom heeft niet iedereen Heimwee? ‘Omdat we niet altijd in heimen en heemsteden geleefd hebben. Wij zijn als nomaden ingesteld door moedertje natuur,als daklozen. We zijn pas veel later zelf op het idee gekomen om overdekte ruimten in te richten,eerst maar eens grotten,zoals die in Lascaux van meer dan vijftienduizend jaar geleden,en wel meteen met de meest schitterende kunst aan de muur. Dus we zijn helemaal niet op Heimwee gebouwd,we hebben er geen natuurlijke aanleg voor.”(bladzijde 372-373) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘DE KOP VAN WOORDEN’. ‘neem dan het nachtbrood van je minnaar mee/als ontbijt voor een woorddwaas/met specerijen zoete wroeging en tevredenheid/ter ere van je uren,/mijn lief/mijn lief,mijn lief/moge de zon deze hemel tot een blauwe eeuwigheid uitbenen/moge de genade van deze berg jouw angsten met stilte/afdekken voor de gierende golven/en de holten van gestamelde schaduwen///ja,moge de majesteit van deze berg over je waken/en je bijstand schenken/en de eeuwenoude luipaardlach van het leven’ (bladzijde 252-254) Wordt vervolgd.