met het essay van P.F.Thomése ‘De werkelijkheidsverbeteraar,over de scheppende blik’. Uit ‘Verzameld Nachtwerk’. ”Daarom houd ik van Kunst. Want daar,in die fantasiewereld,is tenminste alles vrijheid. Je kunt er al je begeertes bevredigen,alles doen,en je bent er tegelijk koning en volk,actief en passief,offerdier en priester. Er bestaan geen grenzen;de mensheid is voor jou een marionet met belletjes,die je met je zinnen laat rinkelen,zoals een potsenmaker ze laat rinkelen met zijn voeten.’ (Gustave Flaubert,’Haat is een deugd’. Brief aan Louise Colet,15/16 mei 1852. Vertaling E. Borger,Amsterdam,1979,p.102) Escapisme,vlucht in de antiwerkelijkheid van de verbeelding,waar alles precies omgekeerd is,waar de dromers aan de touwtjes trekken en de dingen zich gedragen als woorden die door de dichter op de juiste plek worden gezet. Dat is dan ook heel lang de functie geweest van de Kunst(met een hoofdletter)in onze samenleving:een geaccepteerde ontsnappingsclausule. De omgekeerde wereld,de andere kant,de boheme,de wild side,een geloof voor de goddelozen,een werkverschaffing voor de nuttelozen,een schijnrevolutie voor de opstandelingen,een elan vital voor de nihilisten. Ongeschiktheid,overbodigheid,onaangepastheid:ze hadden ineens zin. Kunst bleek te kunnen worden ingezet als protest tegen de gang van zaken in een door verzakelijking verziekte maatschappij.'(bladzijde 56-57) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘DIT IS HET SEIZOEN’. ‘Estos dias,iguales a otros dias de otros anos:/deze dagen precies als de dagen van eerdere jaren/met mensen precies als die van toen/met dezelfde uren en de doden/met vergelijkbare verlangens/en de aloude rusteloosheid van weleer/is hier///er gebeurt niets/je bent niet alleen/met de slapeloze kou kom je/ga je je weet niet waarheen/of waarom///doe engelenvleugels aan,mijn lief/dan zuig ik op mijn tong/terwijl ik viool speel/in een rijtuig van zwart water'(bladzijde 296) Wordt vervolgd.