met het essay van P.F. Thomése ‘De werkelijkheidverbeteraar,over de scheppende blik’. Uit ‘Verzameld Nachtwerk’. ‘Het is de mogelijkheidszin van de man zonder eigenschappen. Het is kortom precies waar ik heen wil. Niets is vluchtiger dan de esthetische ervaring. Ze verdwijnt en ze ontstaat,ze wordt vernietigd en je vindt haar weer terug. Juist die kwetsbaarheid zorgt voor ontroering. Het trotseren van de vergankelijkheid. Dit is een pleidooi voor onaf kijken,voor de scheppende blik. Je niet afvragen:wat is de werkelijkheid,maar:hoe doet de werkelijkheid zich aan ons voor? Niet:hoe moeten we kijken? Maar:hoe kunnen we kijken? Werkelijkheid als mogelijkheid,niet als voldongen feit. Je kunt overal naar binnen. Je moet alleen de ingang even zien te vinden. Het esthetische is een ervaringswijze die in de kunst,de muziek en de literatuur wordt geoefend en verfijnd,maar die niet alleen daar thuishoort,in dat museale domein,waar zij met haar monumentale grafzerkformaat de werkelijkheid algauw verplettert tot bijschrift. Juist buiten de vaste kunstroutes kan het esthetische zintuig zijn diensten bewijzen. Werkelijkheid ervaren alsof het een kunstwerk is. Daar zou de wereld een heel stuk van opknappen. En de kunst ook,trouwens. Weg met de doelmatigheid en met het angstige moralisme,dat steeds uitsluit en buitensluit. Maak het speelveld weer zo groot als je kunt. Het zijn de mogelijkheden die de grootte van de wereld bepalen,niet de conclusies.'(bladzijde 64-65) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘WE LEVEN IN DUISTERE TIJDEN’. ”uiteindelijk,wanneer ik mijn somber gezicht/’s ochtends scheer,krijg ik de indruk/dat ik mijn lijk reinig voordat het opgebaard wordt/voor de tewaterlating/in de bezoedelde rivier van vergeting’///uit het niets komt belichaming/komt de donkere wind/is de wind een wond/beduidt het blinde kind///in schemerige kelderkamers zoals in catacomben/eten we sla en spek en brood'(bladzijde 308) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.