met de lezing van P.F. Thomése ‘Het raadsel der verstaanbaarheid,over de kunst van het authentieke’. Uit ‘Verzameld Nachtwerk’.Dit citeren van boeken en artikelen valt onder het project ‘Ondertiteling’, het is de rode denklijn bij mijn hommage-project. Het zijn ook opvoeringen van een brontekst!!! ‘De goede verstaander,ik ben hem nooit tegengekomen. Ik vrees dat ik hem zelf heb verzonnen. Geboren uit eigen gedachten,gemaakt van het stof waar ook dromen uit zijn geweven. Zou ik ook schrijven als het niet voor het geld was? Dus als er geen lezers waren? Ik denk het wel. Dan zou ik schrijven alsof er lezers waren. Zoals Stendhal,die zich richtte tot ‘de lezers van 1880’,dus van na zijn dood. Rijk zou hij er niet mee worden,maar waar het hem om ging was de kwaliteit van zijn publiek. Weliswaar niet in het heden,maar in de toekomst zouden ze hem weten te vinden. Hij kon niet anders dan daarop hopen. Wie niet gelezen wordt,bestaat niet. De schrijver heeft het eerste woord,maar het publiek heeft het laatste woord. Kwaliteit is in de moderne maatschappij al sinds de negentiende eeuw een vorm van kwantiteit. Je moet het kunnen tellen. Het moet nauwkeurig uitgerekend kunnen worden. Theodor W. Adorno ijkt in zijn ‘Negative Dialektik’ het ‘Tauschprinzip’,het ruilbeginsel. Door de kwantificering van de kwaliteit verdwijnen alle verschillen en nuances,ontstaat er een gelijkheid die voor iedereen geldt en waartegen elke kritiek futiel wordt.'(bladzijde 123) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘De heiden in de heg’. ‘wordt hij donker,krult om en sterft/zoals een zeester op het strand/en zie je wordt helder/zoals een maan in het blauw///zeg dan:’ik zou zo onsterfelijk willen zijn als een hond/die de hond in alle honden is/onsterfelijk is tussen nergens en het niet/en ik draai mijn buik naar de zon/en vergeef jullie al het leed mij aangedaan/tot in de verdoemenis…’///’deze drol die stoomwit uit mij bloeit/is een openbaring,ja/maar toch ook alleen de spits van de ijsberg'(bladzijde 79) Wordt vervolgd.