met de lezing van P.F. Thomése ‘Het raadsel der verstaanbaarheid,over de kunst van het authentieke’. Uit ‘Verzameld Nachtwerk’. ‘Dan verwordt een uitdrukking tot idioom,cliché,jargon. Je hoeft het al niet meer te horen om te weten wat het betekent. Je weet het al,want je weet niets. De nieuwe Thomése is uit. Gelukkig,dan hoeven we de oude niet meer te lezen. Het predicaat nieuw is het signaal dat je goed zit,hoe en waarmee en waarom dan ook. Als de nieuwe Thomése werkelijk iets nieuws te bieden heeft,hoor je dat al niet meer. De nieuwe die en de nieuwe die,het klinkt zo vertrouwenwekkend omdat je telkens meer van hetzelfde krijgt. Nieuw is bij nader inzien het tegendeel van nieuw. Dit is een opvallend kenmerk van massacommunicatie;er wordt iets beweerd,maar het omgekeerde is ook waar. Door zichzelf tevens te ontkennen wordt er uiteindelijk niets beweerd,wat de toegankelijkheid van de informatiemarkt maximaliseert omdat er niets en niemand wordt uitgesloten. Je kunt iets zeggen en je kunt ook niets zeggen,en allebei is het even welkom. Waar het om gaat is dat het product wordt genoemd. In de massacommunicatie gaat het allereerst om dat je bestaat. En bestaan is:waargenomen worden. Hier komen we bij een opvallende eigenschap van communicatie,namelijk dat zij beter verloopt naarmate er minder woorden voor nodig zijn. Tenminste,als je werkelijk iets wilt overbrengen. Je krijgt soms de indruk dat taal de communicatie in de weg staat,haar compliceert en saboteert. Het heeft er alle schijn van dat het lichaam er beter in is dan de geest.'(bladzijde 127) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘Het leven in de grond’. ‘ in het land van het bloed/ en de pas en de smaad en de hond,/ jij bezoedelt de aarde van de Boer///welgelukzalig zijn de kinderen van Dimbaza,/van Welcome Valley,Limehill en Stinkwater/ weggegooid/in gaten,feesttafels voor mieren,/de zwartgetande glimlachen-/want zij krijgen speelgoed en lege melkflessen'(bladzijde 83) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.