met de lezing van P.F.Thomése ‘Het raadsel der verstaanbaarheid,over de kunst van het authentieke’. Uit ‘Verzameld Nachtwerk’. ‘Hypocriet,elitair,cultuurpessimist:dat is wat je bent als je de eerste de beste oprechte woorden niet meer vertrouwt. Er is in dit neo-onnozele tijdperk een onstilbare honger naar oprechtheid,waarheid en echtheid,er is een enorme behoefte aan laatste,definitieve woorden,woorden om zeker van te zijn,zodat je niet meer bedrogen wordt. En die waarheidshonger is zo groot dat we ons desnoods met leugens willen voeden. Als het maar vult. Als het onze leegte maar vult,de maagholte van onze consumentenziel. Een echte ervaring,zegt de consumentenziel en boert tevreden. De rest kan hem gestolen worden. Er is in dit reclametijdperk erg veel vertrouwen in de overdracht. Hier moet je op je hoede zijn,juist waar er gevoelens,oprechte nog wel,worden overgedragen. Als we in de literatuur ons besef van vorm en vormgeving vergeten en plotseling eerlijk worden,wordt het gevaarlijk. Dan is de flauwekul nooit ver weg. In onze ons door de reclamestudio’s opgedrongen ‘ecocultuur’ zijn het nu net de emoties die je moet wantrouwen. Als je bedrogen wordt,is het gewoonlijk door je eigen gevoelens,die primordiale zenuwimpulsen die enkel uit zijn op acute bevrediging,voordat zij vanzelf weer doven. Blijf liever nadenken,houd je hoofd koel,is het devies bij zoveel razendsnelle ‘Austausch’ van ‘emo’. Maar toch,een schrijver die wantrouwig staat tegenover gevoelens,is dat niet de wereld op haar kop?'(bladzijde 134-135) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. ‘Bagamayo/////als jij het zand van een vreemd land likt/wanneer je daar op bezoek komt/dan verwerp je zijn boze geesten en kwalen///mijn kokosnoot,de zon,onthult het hele uitspansel/mijn vader heeft mij twee mensen overhandigd:een gebruik ik/maar de ander glipt uit mijn vuist:het is de aarde en de hemel'(bladzijde 80) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.