met de lezing van P.F.Thomése ‘Het raadsel der verstaanbaarheid,over de kunst van het authentieke’. Uit ‘Verzameld Nachtwerk’. ‘Hierin onderscheidt hij zich,en verder nergens in. Hierin toont hij zijn onaangepastheid,zijn verzet tegen de eeuwige herhaling van dezelfde frasen. Het enige wat hij te bieden heeft,is zijn vermogen om de dingen anders op te schrijven dan de meeste mensen het zouden doen. Het subversieve karakter van zijn kunst zit hem dan ook in de vorm. Iets anders is er niet. Ja,er is volgens sommigen de inhoud,maar wat is dat precies? Vorm is wat alleen in die vorm geldig is. Het verandert in iets anders zodra je eraan gaat sleutelen. Inhoud is datgene wat in dat proces onveranderlijk zou blijven,wat hetzelfde blijft als de vorm verandert. Inhoud is kennelijk iets wat ook buiten het kunstwerk om gewoon kan blijven bestaan. Rara,hoe kan dat? Het kan omdat dergelijke inhoud al voorgevormd is en daardoor niet meer meteen als vorm herkenbaar. Het is cliché,conventie,afspraak,frase,vooronderstelling,vooroordeel en het past precies op de achterflap van een roman. Dit is het soort ‘werkelijkheid’ dat door de literatuur vernietigd zou moeten worden,bijvoorbeeld door het in een zoutzuurbad van ironie onder te dompelen. Door vooraf gegeven verbanden en ordeningen te vernietigen en naar andere te zoeken,ontstaan er nieuwe werkelijkheden. De metafoor,dat wat je van het een naar het ander brengt. De ‘correspondances’ die zo belangrijk zijn bij Baudelaire. Het is een term die wij inmiddels misschien beter kennen van het overstappen in de Parijse metro,wanneer wij een verbinding zoeken om onze reis voort te zetten. De ‘correspondances’ in ‘Les Fleurs du mal’ zijn de verbindingen die de dichter maakt tussen wat voordien niet bij elkaar hoorde.’ (bladzijde 136-137) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘Bagamayo’. ”wees blij,mijn ziel,laat alle zorgen gaan/binnenkort bereiken we de plaats van jouw verlangens/de stad van palmbomen,Bagamayo./toen ik ver weg was,hoe bedroefd was mijn hart/bij de gedachte aan jou,mijn parel/mijn oord van geluk,Bagamayo.”(bladzijde 80) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.