met de lezing van P.F.Thomése ‘Het raadsel der verstaanbaarheid,over de kunst van het authentieke’. Uit ‘Verzameld Nachtwerk’. ‘Hebt u wel eens een formulier het Letterenfonds gezien? Of het lesmateriaal voor beter literatuuronderwijs? Of de aanbevelingen van de Nederlandse bibliotheekcentrale? Of de tips van de week in welk tijdschrift dan ook? Dat heeft allemaal nog weinig met de macht en de magie van het woord te maken. En ondertussen ligt de onbenutte werkelijkheid ongezien en ongeschreven op ons te wachten. Sloop de afrasteringen,vernietig de formulieren,fuck de tips,want die komen altijd op hetzelfde neer. Laat alle paradijsvogels vrij rondvliegen en neerstrijken waar ze willen. Sommige zullen sterven,dat is waar. Nou en? Pas als het onmogelijk is,wordt het interessant.'(bladzijde 140) Dit was de lezing. Nu verder van P.F.Thomese uit dezelfde bundel ‘Verzameld Nachtwerk’ ‘De kunst van het lezen’. Ik citeer deze notitie omdat lezen een van de belangrijke thema’s in mijn werk is. Let ook op de ‘hommages’;zie mijn website. Thomese laat over lezen zijn bijzondere licht schijnen. Zeker de moeite waard. ‘De kunst van het lezen’. ‘Ik hoor de tegenwerpingen al. De ‘kunst’ van het lezen,is dat niet wat overdreven gesteld? een vaardigheid,soit,maar een kunst? Dat is nu net het probleem,geloof ik,dat het nooit die verheven positie heeft bereikt. Het lezen wordt in de eerste plaats als een techniek voorgesteld,een techniek die men dient te beheersen om het lezen vaardig te worden,opdat men begrijpt wat er staat. Begrijpen wat er staat,is een definitie. Zeker. Begrijpend lezen heet dat in het basisonderwijs,inderdaad. Maar het verhoudt zich tot de kunst van het lezen als rekenen tot de wiskunde.'(bladzijde 154) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. ‘aan Rosine////de bruid is dood vrijdag 17 september/om halftwee ’s middags,ze heeft geen/middagmaal genuttigd,de bruid is dood/opgehangen aan een afwezigheid in het lichaam/en allerhande bacteriën en de geur van leven zelf/ontsnapt door zweetporien en andere openingen/van het lijk:leeg van binnen en van buiten:/’de stank van het eeuwige hol van de dood’ ‘ (bladzijde 92) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af. Gisteren om 20.00 uur is onze buurvrouw gestorven, Wil. Ze is heel langzaam de andere wereld in gevaren.