met ‘De ongevestigde orde,autobiografie van een lezer’ van P.F. Thomése. Uit ‘Nergensman’. ‘Geachte aanwezigen. Er is waarschijnlijk weinig belachelijker dan een man die vanachter een katheder ten overstaan van een gehoor het belang van literatuur staat uit te leggen. Ik moet dan meteen denken aan de slaapverwekkende pogingen van mijn gymnasiumleraren om mij de ‘virtus’ en de ‘sophia’ te onderwijzen die zo kenmerkend schenen te zijn voor de onvolprezen Cicero,bijgenaamd de ‘kikkererwt’,van wiens leer mij ondanks het pedagogisch erkende belang niets anders is bijgebleven dan een vage notie van iets wat ik ‘pensioengerechtigd’ zou willen noemen. Maar het bleef niet bij Cicero,die zijn terechte lot onderging in de onbeholpen proefvertalingen van middaggeile gymnasiasten die wel iets anders aan hun hoofd hadden dan een elegante ablativus of een fraaie bijzin met ingesloten antecedent,zelfs de betoverendste boeken bleken,als het erop aankwam,niet bestand tegen de moordende kracht van het didactische Gehenna. Het heeft mij jaren gekost om bepaalde schrijvers terug te veroveren op de weerzin die ik aan het literatuuronderricht heb overgehouden. En dan nog,als ik aan Shakespeare denk,van wie ik zo graag zou willen houden,schiet mij meteen juffrouw Knol of Knoef te binnen met haar rather awful emphasis on the correct pronounciation,een woord waarbij mijn weerspannige tong nog steeds weigert zich in de juiste houding te plooien. In het onderwijs – en a fortiori door de overheid – wordt de literatuur met machteloze volharding voorgesteld als een zaak van algemeen belang,van algemeen cultureel belang.'(bladzijde 83-84) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. ‘1 februari 1972/////dat alles bevend zal blijven leven het hart loopt zoef/dat winden over mensen voor het raam storten/dat bonzende beestje met gespitste oren/naar wolken blijven kijken het hart loopt zaf/en dat wolken stralend over de torens blijven strelen:'(bladzijde 94) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.