met ‘De ongevestigde orde,autobiografie van het lezen’.Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘De ene nietszeggende definitie van het nooit zelf ervarene wordt dichtgetimmerd met de andere – zodat men niet hoeft te vrezen dat hier ooit nog onverhoeds een deur zal open waaien. Serviërs,nazi’s,vervolging van joden,Kosovaren:dergelijke etiketteringen drukken iets onheilspellends uit zonder de bijbehorende ervaring. Er kunnen ook woorden gebruikt worden als ‘etnische zuivering’,’transport’,’kampen’. Ze zijn in elk lesboekje terug te vinden en vertegenwoordigen de veilige huiver van een wereld die men dankzij vaste formules stevig in de greep denkt te hebben. Ze hebben vast Primo Levi niet gelezen,anders zouden ze zulke woorden niet zo achteloos gebruiken. In ‘Is dit een mens?’ staat ergens:’We zeggen “honger”,we zeggen “vermoeidheid”,”angst”,”pijn”,we zeggen’ “winter”,en het zijn andere dingen. Dat zijn vrije woorden,gemaakt en gebruikt door vrije mensen die leefden en gelukkig en ongelukkig waren in hun eigen huizen. Als de Lager langer waren blijven bestaan,zou er een nieuwe,grimmige taal zijn ontstaan;en die taal zou nodig zijn om uit te leggen wat het is om de hele dag in wind en vrieskou te werken met aan je lichaam niets anders dan een hemd,onderbroek en linnen jasje en broek,en erin uitputting,honger en het besef van het komende einde.’ Maar zulke overwegingen voeren de gewone,aangepaste taalgebruiker te ver,’de situatie in Kosovo'(of welk voorpaginaland dan ook) moet overzichtelijk blijven.'(bladzijde 92-93) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘Een halve engel in het zinkend schip’. ‘ik droom van schepen/van een huis vol sterren/ik droom van de liefde/toen onze liefde nog heel was/zoals de hele aarde/ik droom van dromen/want ik droom van jou///en ik zie een bloederige engel/op de rug van het schaap rijden/van zó ver komt hij/en met zo’n schuifelende moeite/dat hij geen wilde vreemdeling/ meer is/maar al een magere broer'(bladzijde 97) Wordt vervolgd. Dit was het gedicht.