met ‘Tot besluit’ van Arnold Heumakers uit het boek ‘De esthetische revolutie’. ‘Recapitulatie Met het verlangen naar totaliseren,respectievelijk verabsolutering van de kunst als de twee uitersten van het romantisch-moderne kunstbegrip is de grote esthetische revolutie van de achttiende eeuw ten einde. Dankzij deze revolutie vond een bevrijding plaats van de ‘schone kunsten’ uit het systeem van de ‘artes liberalen’ en ‘mechanicae’,terwijl met de idee van esthetische autonomie de begrippen ‘kunst’ en ‘literatuur’ (in de betekenis van het geschreven woord als kunst) in het leven werden geroepen – een kwalitatieve,bijna sacrosancte rangverhoging,die de schone kunsten tot een zelfstandig domein maakte met eigen wetten en regels,in principe onafhankelijk van die van religie,politiek,moraal en wetenschap. Tegelijkertijd verloren de schone kunsten hun traditionele positie binnen de samenleving,waar zij een representatieve functie vervulden in dienst van religie en politiek. Met de autonomisering van de schone kunsten,met de uitvinding van ‘kunst’ en ‘literatuur’,begint dus ook een zoeken naar functionaliteit,naar zin en betekenis van de kunst,en dat zorgt voor een permanente ‘crisis’.'(bladzijde 353) Wordt vervolgd. Nu weer het verhaal ‘Hoe prachtig die berg!’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ”Georgasmeerd. De mens is een dier. Waarom vissen hangen aan hoogspanningsmasten? Een mensenleven is vechten,uitzuigen,oppakken,martelen,verbannen naar Orbi of orbi. Wie verminkt raakt heeft de onderscheiding van het dienen verworven. Ook wij kennen de incantatie,zeker,maar alleen om het ritme te schragen. En dit alles,in het tijdperk van de neutronenchip en fast food en instant sex,doen wij buitengewoon goed. De sfinxen zullen helderziend zijn,de sfincters welbespraakt.’ Dit herhaalt de heerser dagelijks op Radio Waartaal.’ (bladzijde 24) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.