met een tekst van P.F. Thomése uit ‘De Gids’ 2016 nummer 6 over het lezen van bijzonder teksten. Titel ‘Een perpetuum mobile van taal”Over Tonnus Oosterhoffs “Op de rok van het universum”. ‘Lezen is zoeken wat je al kent. Maar hoe lees je een roman die zich aan verstaanbaarheid onttrekt? Een roman waarin alinea’s geen verbinding met elkaar aangaan,een roman als een bouwdoos vol lossen onderdelen? ‘Op de rok van het universum’ van Tonnus Oosterhoff wil een roman zijn die de ruimte van het volledige leven tot uitdrukking brengt.’ P.F. Thomése was in het najaar gastschrijver aan de Rijksuniversiteit van Groningen in het kader waarvan hij een reeks lezingen hield onder de titel ‘(On)leesbaarheid’. ‘Als je een boek begint te lezen,probeer je er een boek in terug te vinden dat je al kent. Het boek dat je gaat lezen,ligt in principe als pasvorm al op je te wachten. Je hoeft wat je gaat lezen alleen nog maar zien te matchen met iets wat je al gelezen hebt. Een lezer houdt van orde. Hij bergt de informatie die aan hem wordt toegevoegd graag netjes op. Zo werkt het verstand:het onbekende herleiden tot het bekende. Iets ervaren is: iets nog een keer ervaren. De ervaring zelf is er al,die ligt in ons te wachten op nieuwe input – te wachten op verdubbeling,herhaling,bevestiging – om geactiveerd te raken. Wat correspondeert,wordt opgenomen;wat er niet mee overeenstemt wordt als onbegrijpelijk terzijde geschoven,om daar te gaan liggen wachten tot het een ons weegt. Begrijpen is:begrijpen wat we al begrepen hadden. En lezen wordt dan:lezen wat je al gelezen hebt. Het is een vicieuze cirkel.'(bladzijde 28) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Deze onherinnerbare herinnering bestaat!’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Daar ging men heen om gezuiverd te worden voor men boven het orakel ging raadplegen. Daar dronken de Pythische maagden of profetessen van het water en kauwden de laurierbladen die hen in de donkere zienersroes voerden. Dat was tenslotte waarom dichters gekroond werden met de giftige laurierskrans. Delphi,de navel van de wereld,waar de jonge Apollo,zoon des hemels,de python had verslagen die de ingang tot de aarde bewaakte – waardoor hij de chtonische macht beërfde,de onderaardse kracht,het verborgen woord,'(bladzijde 38-39) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.