met het essay van P.F. Thomése ‘Een perpetuum mobile van taal”Over Tonnus Oosterhoffs “Op de rok van het universum”‘. ‘Niet alleen verschiet het verhaal in zijn verschillende gedaanten van betekenis,ook het gegeven van ‘La Belle et la Bête’ zelf is dat van een metamorfose:het Beest is een voormalige Prins,wiens schone schijn hem is afgenomen en die gestraft is met het voorkomen van een monster. Het meisje kijkt daar doorheen en wordt verliefd op hem,niet wetend dat hij in werkelijkheid een knappe prins is,die pas zijn ware uiterlijk terug zal krijgen wanneer iemand op hem verliefd wordt. De scène die Oosterhoff heeft gekozen als motto is het moment dat het Beest van liefdesverdriet sterft. Hij had lang op haar gewacht en nu ze terug is,is hij al te ver heen. Belle verdraagt zijn lijdzaamheid niet en eist van hem dat hij zich verzet tegen zijn lot. ‘Je connais vos griffes puissantes. Accrochez-les dans la vie,défendez vous. Dressez-vous,rugissez.Effrayer la mort!’ Het Beest zegt dat zoiets typisch iets is voor een mens. ‘Si j’ étais un homme,sans doute je ferais les choses que vous me dites,mais les pauvres bêtes qui veulent prouver leur amour ne savent que se coucher par terre et mourir.’ We zijn hier getuige van de aloude botsing tussen de vrije wil en het fatalisme. De mens die de wereld als menselijk ziet,als het ware door zijn eigen ogen geschapen,een morele wereld,en het dier dat de gebeurtenissen van de wereld ondergaat gelijk een paard zijn berijder;het is veroordeeld tot de natuurlijke wereld,waar alles gegeven is.'(bladzijde 29) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘De dieven en het woord’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard.’ ‘De man volgt haar de straat op,gehaast,om een glimp op te vangen van haar billen bij het lopen en als hij zich omkeert is alles weg – geen lichtjes meer,geen rook,geen geschilderd reclamebord,geen kassa,zelfs de eenogige Libanese portier is gejaagd door de wind – alleen de grauwe gevels van een winterse straat in een wijk waar huisbewaarsters met minipensioentjes en artiesten en illegale gastarbeiders komen sterven aan tuberculose en aan de ellende van heimwee.'(bladzijde 42) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.