met het essay van P.F. Thomése ‘Een perpetuum mobile van taal”Over Tonnus Oosterhoffs “Op de rok van het universum”‘. ”Zijn vrouw verwijt hem dat hij op een dier of een steen lijkt;zelf voelt hij dit niet zo. Maar als hij na zijn zestigste longkanker krijgt gelooft hij wel dat hij expres nooit is opgehouden met roken,anders zou er nooit een einde komen aan iets dat hij verlaten wil. Nu krijgt hij de gelegenheid om eindelijk te laten zien waarvoor hij op aarde kwam:om te sterven.’ Elders noemt de auteur Roelof de Koning (die dierenarts met longkanker)een voertuig waarmee de tijd zich van A naar B verplaatst. ‘Elk verhaal wordt vloeibaar als je het schudt.’ Het is verleidelijk om de lotgevallen van Roelof de Koning,dat voertuig waarvan de tijd zich bedient,als hoofdlijn van dit boek te zien,het hoofdverhaal,en al die honderden dierenverhaaltjes als faits divers,los strooisel langs de weg die Roelof de Koning volgt van de wieg tot het graf. Het heeft een recensente van een landelijk dagblad ertoe gebracht ‘Op de rok van het universum” samen te vatten als een ‘hoogst origineel portret van een generatie’. Het is de recensententaal waardoor alle boeken op elkaar gaan lijken. Het is dergelijk boekenjargon waardoor onleesbaarheid ontstaat. Onleesbaarheid wordt veroorzaakt door dit terugvertalen naar een bekende weg,zeg maar gerust platgetreden pad,om er zelf ook maar eens een cliché tegenaan te gooien.'(bladzijde 29) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘De dieven en het woord’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘De tweede reden dient zich bij bij hem aan wanneer hij een zakboekje opendoet dat hij toevallig bij zich gehad schijnt te hebben en daarin een heel mooie vlinder tussen twee bladzijden gedrukt vindt,of een korte verwijzing zo fraai gekrabbeld als een vlinder die wegfladdert met wit lipgelijkend fluisteren als hij het boekje openknakt om haar naam te zoeken,dat moet dan haar adres zijn,zegt hij. De derde is dat hij op een mooie dag wordt aangeroepen in een kuuroord door een oude heer,een onbekende.’ (bladzijde 42-43) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.