met de lezing van J. F. Vogelaar ‘De kunst van het lezen’. ‘Ik wil tot slot een andere Italiaanse auteur aanhalen,Primo Levi. In zijn indrukwekkende boek over zijn verblijf in het concentratiekamp Auschwitz,’Is dit een mens’,heet een hoofdstuk ‘De zang van Ulysses’. Levi loopt samen met een jonge Elzasser een ketel soep door het kamp te versjouwen. Als de jongen zegt graag Italiaans te leren,heeft Levi geen ander lesmateriaal paraat dan wat hij van Dante’s ‘Hel’ uit zijn hoofd kent,de passage over Ulysses die voorbij de zuilen van Hercules vaart,voorbij de grenzen die door deze god zijn gesteld. Moeizaam haalt hij de brokstukken tekst uit zijn geheugen boven:’Niet om als vee te leven schiep men u,maar om te reiken naar het hoogste en het beste.’ Al lezend – herlezend zou ik zeggen – begint Levi ook zelf de tekst beter te begrijpen nu hij haar met andere ogen ‘hoort’. Is hij niet ook zelf een grens gepasseerd? Zelden heb ik zo indringend de kunst en de zin van het lezen gedemonstreerd gezien: lezen en schrijven als twee zijden van een hopeloze strijd tegen het vergeten. Is dat trouwens niet een van de belangrijkste functies van literatuur,dat ze de reserve is van het individuele en collectieve geheugen? Op dat tijdstip dat Levi beschrijft was hij zelf nog geen schrijver,maar in elk geval wel een dankbare lezer.'(bladzijde 19) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Spin tegen de vlieg’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ”Dat men soepel en proper uit de weg moet kunnen ruimen? Dat het een must is een mier te zijn met een wijde broek aan,seksueel open van voren en van achteren,voortgedreven met rubberbeklede openingen en uitsteeksels door stoom- en windkracht en met een geest die afgestemd staat op muziek zonder einde? De opwinding van de Witte Post te doorleven? Aids to Africa te geven? De dood te bekladderen? Lawaai te schijten? Jullie zijn het vorige model,nog steeds op te winden door het grommen van een Gramsci of door dromen van het wentelen en draaien van Tina-Turner-lijven…”(bladzijde 59) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.