met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘De binaire logica en de bi-univoke betrekkingen beheersen nog de psychoanalyse (de boom van het delirium in de Freudiaanse interpretatie van Schreber),de linguïstiek en het structuralisme,ja zelfs de informatica. Het wortelachtige systeem of het systeem van de gebundelde wortel is het tweede beeld van het boek,waarop onze moderne tijd zich graag beroept. Ditmaal is de centrale wortel afgestorven of zijn uiteinde dood:en dit keer begint zich onmiddellijk op haar een groot en willekeurig aantal bijwortels te enten,die zich snel ontwikkelen. Dit keer manifesteert de natuurlijke realiteit zich in het afsterven van de centrale wortel,maar zijn eenheid leeft niettemin voort als verleden of toekomst,als mogelijkheid. En je moet je afvragen of de geestelijke en gereflecteerde werkelijkheid deze toestand niet compenseert door op haar beurt de eis van een nog omvattender verborgen eenheid of een nog uitgebreidere totaliteit manifest te maken. Bijvoorbeeld Burroughs’cut-up-methode:het samenvoegen van de ene en de andere tekst,samengesteld uit veelvoudige en zelfs toevallige wortels (je zou ook van een stekje kunnen spreken),veronderstelt een dimensie die aan de betreffende teksten wordt toegevoegd. In deze supplementaire dimensie van het samengevoegde zet de eenheid haar geestelijke werk voort.'(bladzijde 24-25) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Paard galoppeert in vliegende vaart’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘De vingers van die handen zijn vast verstrengeld,dicht vertwijgd als een nest,zo stijf dat het toeziend oog onwillekeurig op zoek gaat naar dons en veren. Er zijn geen veren. En door dat handmasker heen is het alsof – maar alleen alsof – de strijder gespannen ligt te kijken naar witte wolken,hoog opgestapeld in de lucht boven de boom. Witte wolken,natuurlijk vetgemest met water,ontmoedigend laag over het landschap zeilend.'(bladzijde 65) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.