met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘Haar doel is het beschrijven van een status quo,het opnieuw in evenwicht brengen van intersubjectieve betrekkingen of het ontdekken van een reeds bestaand onbewuste in de duistere uithoeken van de herinnering en de taal. Zij blijft datgene kopiëren dat al gegeven is,vanuit een overdonderende structuur of een dragende hoofdas. De boom benadrukt en hierarchiseert de kopieen,kopieen zijn net als bladeren aan de boom. Heel anders is het rizoom:kaart en geen kopie. Kaarten vervaardigen,geen kopieen. De orchidee reproduceert niet de kopie van de wesp,zij kaart met de wesp binnen een rizoom. Als de kaart tegengesteld is aan de kopie,dan is het omdat ze volledig gericht is op een experiment dat grip krijgt op de werkelijkheid. De kaart reproduceert niet een in zichzelf gesloten onbewuste maar ze construeert het. Zij werkt mee aan de verbinding van velden,de vrijmaking van orgaanloze lichamen,hun maximale opening op een consistentievlak. Zij maakt zelf deel uit van het rizoom. De kaart is open,zij kan in al haar dimensies verbindingen aangaan,zij kan gedemonteerd en omgekeerd worden,zij is voortdurend in staat veranderingen te ondergaan. Ze kan verscheurd en omgekeerd worden,zich aanpassen aan allerlei vormen van montage;zij kan door een individu,groep of maatschappelijke groepering in gang gezet worden.’ (bladzijde 33) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Een ketting voor een horloge’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles een paard’. ‘Het is nacht en de straten zijn donker zoals ze altijd zijn als het kerstnacht is. Ik zie het jonge stel elkaar staan omhelzen met een adem op de stoep voor het gebouw waar de hysterische huurster een dronken zwerver probeerde op te rapen. Als ze mij zien moeten ze me houden voor een spion,een voyeur of een vampier. V.A. haast zich weg naar de kamer waar het poesje prompt begint te bleren als een kat in doodsnood. De jongen neemt steeds de benen,de hoek om,uit het zicht,om nooit meer terug te komen. Indringers lopen hard.’ (bladzijde 69-70) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.